De Nieuwe Stem. Jaargang 8(1953)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] G.J. Resink Verzen uit Bali Landschapschildering Uit dalen komen golven bovenstromen en aan hun schuim ontkrult een wilde lucht en uit dat zwerk valt dan een gouden vlucht van vlinders en van vogels neer op bomen, die wuivend buigen om een oud gehucht, waar iedereen zijn tijd staat te verdromen bij spel, muziek, goed eten en gerucht van goden, die van verre bergen komen. Op één der prauwen, die de zee doorvaren, staat bij een zeil, met bloemen overschilderd, een gaaf, naakt kind in die volmaakte rust, die ieder mens in zich tracht uit te sparen te midden van een wereld, die verwildert. Eb des avonds Zwaar breekt de branding in de baai op riffen, waarbuiten het van haaien weem'len moet. Daar deint de dood; híer speel ik met mijn voet en tracht voorgoed een zool in het zand te griffen. Blauw waaiert weerlicht uit de oceaan. Ik zwem door wier naar elke sterrenregen, maar spoel met klappers en koraal weer aan. Zee en hemel lichten van de melkwegen. Dan waait de lucht van lijken die verbrandden voorbij, wat doet verlangen naar de vloed, die al de dodenas, op deze stranden verstrooid, in schuim en schelp hier doet belanden om minnenden te strelen in hun handen en eenzamen te kussen op de voet. Vorige Volgende