Vredesbeweging ‘De Derde Weg’
Enkele principiële en taktische kwesties, waarover bij sommigen onzekerheid blijkt te bestaan, hebben de Centrale Werkgroep van de Vredesbeweging ‘De Derde Weg’ genoopt eenstemmig het volgende vast te stellen.
1. In het Manifest van December 1951, dat door de adhaerenten is aanvaard, wordt de onafhankelijkheid van onze Vredesbeweging op de voorgrond gesteld en dientengevolge zowel het Atlantisch Pact als de Kominform afgewezen (art. 2). Dit betekent, wat het Atlantisch Pact betreft, dat het onvoldoende is de omvang van het bewapeningsprogram van het Atlantisch Pact af te wijzen, en niet dit Pact zelf. Dit betekent, wat de Kominform betreft, de onverenigbaarheid van het lidmaatschap van de bij de Kominform aangesloten partijen, dus ook van de C.P.N., met dat van de Derde Weg.
Ten opzichte van andere partijen, die het Atlantisch Pact voorstaan, maar nog wel een afwijkende mening toelaten, zal een Derde Wegadhaerent ernstig moeten overwegen of zijn invloed op koerswijziging van de partij groot genoeg is om aan de partij het moreel gezag van zijn naam te blijven schenken.
2. Wat overigens betreft het contact met de communistische partijen en de nauw hiermee verbonden Vredesraad, dit mag door de Derde Weg reeds daarom niet worden geschuwd, omdat buiten het communisme om geen vrede gevestigd kan worden. Daarbij moet echter de onafhankelijkheid, die zijn theoretisch uitgangspunt is, ook in de practijk duidelijker komt vast te staan, zal dit contact intensiever kunnen worden. In het huidige stadium is het echter een eerste vereiste dat wij ons zo duidelijk van communistisch-gezinde ‘fellow travellers’ onderscheiden - d.w.z. van hen die werkelijk deze naam verdienen - dat omtrent onze onafhankelijkheid geen redelijke verdenking kan bestaan.
3. Dit betekent ten opzichte van een z.g. Vredescongres als te Wenen van 12 December, dat deelneming hieraan door Derde Weg-adhaerenten slechts als, uitdrukkelijk zo genoemde, ‘waarnemers’, onder behoorlijke waarborgen van vrije kritiek, aanvaardbaar is. In het algemeen kunnen wij weinig waarde hechten aan een Vredescongres, waar behalve aanhangers van de Kominform niet ook in ruime mate aanhangers van het Atlantisch Pact aanwezig zijn, tussen welke de van beide onafhankelijke Derde Weg als onderdeel van haar program een bemiddelaarsfunctie heeft. Ook kunnen wij wei-