O. Noordenbos
Tweeërlei humanisme
[Naar aanleiding van het eerste internationale humanistische congres].
Te Amsterdam heeft het Eerste Internationale Congres voor ‘Humanisme en Ethische Cultuur’ plaats gevonden van 21-26 Augustus. Voor ons tijdschrift dat zich op de grondslag plaatst van een sociaal humanisme geeft dit congres alle reden om er aandacht aan te wijden.
Het is een belangrijk feit dat vertegenwoordigers van humanistische groepen uit de Verenigde Staten, Engeland, Frankrijk, België, Oostenrijk en Nederland en afzonderlijke humanisten uit verschillende landen samengekomen zijn om van gedachten te wisselen en te komen tot de oprichting van een humanistische internationale. Het initiatief is uitgegaan van het nu 6 jaar bestaande Nederlandse Humanistisch Verbond dat in de korte tijd van zijn bestaan het georganiseerde humanisme als een vaste schakering in het geestelijk leven van ons land heeft weten te doen opnemen.
Dat het, voor een goed deel uit Nederlanders bestaand organiserend comité van dit congres optreedt als voorlopig bestuur van de in het leven geroepen internationale organisatie, verwondert dan ook niet, gezien de zorgvuldige voorbereiding en het vlot verloop van dit congres.
Het humanisme is een zeer genuanceerd geheel wat op het congres duidelijk is gebleken. Het heeft echter tot minder verwarring aanleiding gegeven dan men zou kunnen onderstellen, omdat toch wel zeer waarneembaar enkele vaste trekken te voorschijn zijn gekomen.
Deze mogen dan niet alleen het humanisme eigen zijn, hun samenstelling en onderlinge samenhang bepaalden wel degelijk het karakter van een beweging en van een geestelijke houding van eigen structuur. Het humanisme bezit trouwens een lange traditie waarin zich enkele klare beginselen en doeleinden hebben ontwikkeld. Het vrije onderzoek, de onbelemmerde ontplooiing van de menselijke persoon en het besef van sociale verantwoordelijkheid zijn positieve grondslagen, waarop ook de nadruk is gelegd, al sluiten deze dan ook bepaalde afwijzingen in, die in de geschiedenis van het humanisme en in zijn huidige vorm telkens naar voren treden: de verwerping van dogmatische en autoritaire beginselen. De kernvragen waarom de discussies, ingeleid en toegelicht door een aantal gedrukte artikelen - al was voor de bestudering er van te weinig tijd aan de deelnemers gegeven - zich bewogen, waren: wetenschap, democratie en de humanisering van de mens in de maatschappij. De noodzaak van wetenschappelijk onderzoek van alle vraagstukken die de