Kort bestek
Onze derde weg
Er is alle reden om de Chinese en Noordkoreaanse beschuldigingen over bacteriologische oorlog in Korea hoog op te nemen. Want het is een beklemmende zaak, zowel wanneer deze beschuldigingen waar als wanneer ze onwaar, d.i. gelogen zijn. Zijn ze waar, dan openen ze beklemmende vooruitzichten, al zijn wij hierop, van de bacteriologische oorlogsvoorbereiding wetende, zeker niet onvoorbereid, en al zou deze eerste toepassing ervan weinig toevoegen aan wat het Westen reeds in Korea misdreven heeft. Zijn ze onwaar, d.i. gelogen, dan is het vooruitzicht niet minder beklemmend op de volstrekte dienstbaarheid van de waarheid aan de politiek, waarvoor de relativering van het waarheidsbegrip door filosofen en sociologen handlangersdiensten bewezen heeft en bewijst. Wij verwerpen niet de winst aan inzicht, d.i. aan waarheid, die de critische beschouwing van het waarheidsprobleem heeft geboden en nog verder kan bieden. Maar wij verwerpen de sofisterij, die hier zovaak mee gepaard gaat, en die het waarheidsbegrip-zelf aantast, het denken perverteert en de poort wijd opent voor de zegetocht van de politieke leugen. Het waar of onwaar, d.i. gelogen, van de beschuldigingen in kwestie, is één van de talloze voorbeelden waarbij onze waarheidsnorm, evenals onze fatsoensnorm, volledig samenvallen met waarheidsnorm en fatsoensnorm van de gewone man. Het politiek antagonisme, dat de wereld steeds meer beheerst, heeft de strekking de waarheid slechts als nuttige en vruchtbare, in de zin van aan dit antagonisme dienstbare, waarheid te erkennen. Temeer reden voor ons, die dit politiek antagonisme willen teboven komen en de wereld tot vrede brengen, om hiertegen op onze hoede te zijn.
En daarom nemen wij genoemde Chinese en Noordkoreaanse beschuldigingen zo hoog op. Daarom eisen wij een onpartijdig onderzoek naar de waarheid ervan. Daarom vatten wij het op als een uitdaging, wanneer, in de Veiligheidsraad bij monde van Rusland, met het als-waar-bevinden door de Wereldvredesraad, waarvan de politieke afhankelijkheid bekend is, wordt volstaan, en een onderzoek door het Internationale Rode Kruis wordt afgewezen, zonder dat tegelijk met deze afwijzing een onderzoek door een andere instantie, die wij als politiek-onafhankelijk kunnen erkennen, wordt toegestaan. Blijft het hierbij, dan zijn wij gedwongen tot een voorlopig oordeel, dat past bij deze weigering om ons tot een zelf-