De Nieuwe Stem. Jaargang 7(1952)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 447] [p. 447] J.C. van Broekhuizen Koreaanse fragmenten Zand ben ik, steen, stof als het najaar winter wordt, stormend over dor land. *** Midden op de weg ligt een dode - onherkenbaar, gelaat verwoest, armen gespreid. op zij, op zij, ik moet verder! *** In mij voltrekt zich het verraad. ziende blind, horende doof. wie koopt mijn ogen, mijn oren? ik adem stof met verdroogde keel. wie koopt mijn longen? wie koopt mijn hart, mijn aderen, mijn handen, mijn voeten? 't is alles veil voor een stuk brood, voor water. Vorige Volgende