De Nieuwe Stem. Jaargang 7(1952)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 333] [p. 333] Bernard van Delfshaven Bekentenissen Slavenwerk in elk gedicht ben ik zeer onderdanig het volgende herkent mij als zodanig en legt zijn wil weer aan mij op - gedwee buig ik de harde kop ik wil dit en ik wil het niet al ben ik slaaf, ik blijf toch nukkig maar als de muze naar mij ziet zwoeg ik weer verder in mijn lied en weggedoken ben ik zelfs gelukkig. Vergiftiging er schuilt gevaar in ieder vers de woorden kunnen iets verraden iets dat tot nu zeer heilig was en dat door woorden aangetast, bezoedeld wordt als vlees door maden er schuilt in ieder vers gevaar vergiftiging voor wie het lezen: het woord vervreemdt ons van elkaar het draagt bederf in eigen wezen. Machteloosheid de gedichten van de groten die bevleugeld door het leven gaan ik heb hun woorden wel genoten maar de zin ging mij niet aan. slechts een enkele is doorgestoten tot de kern van ons bestaan, maar in regels opgesloten bleef het misverstand bestaan wie door het oog gegaan is van de naald, door dood en oorlogs nabestaan verstoten uit des levens laatste waan die kleeft een vreemde stilte aan verbitterd en tekortgeschoten. Vorige Volgende