ronselen van van huis weggelopen, vaak nog minderjarige, jongelui; wij weten hoe zij, misbruik makend van hun geldnood, dronkenschap of misstappen in het eigen land, hen een contract laten tekenen... een contract waarvan de tekst met een vloeiblad wordt bedekt zodat het slachtoffer vaak niet eens weet waartoe hij zich verbindt. Wij weten nu ook, dat 80% van de manschappen en onderofficieren van het legioen Duitsers zijn; wij kennen de uitgezocht wrede, in de sfeer van SA en SS thuisbehorende disciplinaire straffen, die met klinkende namen als ‘Kopf Américain’ of ‘Flott machen’ worden aangeduid en die het laatste greintje geestelijke weerstand uit de legionnaires ranselen. En wij weten ook, dat de slachtoffers, behoudens een héél enkele uitzonderlijk gelukkige als die paar landgenoten, geen schijn van kans hebben aan hun noodlot te ontsnappen: naar Vietnam te worden gevoerd en waarschijnlijk nooit meer terug te keren... tenzij als lichamelijk of moreel wrak.
Maar wij weten nu ook, dat er nog vrij wat Nederlandse jongelui, waarvan sommigen nog onder ouderlijke macht of voogdij staan, veroordeeld zijn de hel in Noord-Afrika en Indo-China tot het einde toe door te maken. Wij weten ook, dat ons Ministerie van Buitenlandse Zaken, dat naar het schijnt nu een protest tegen het ronselen van minderjarigen heeft ingediend, toch geen kans ziet, de reeds naar Vietnam vertrokken jongelui naar Nederland terug te krijgen, en dat de autoriteiten de ongeruste ouders maar aanraden, erin te berusten en dit alles, met inbegrip van de oorlog in Vietnam, als een leerzame ervaring voor hun jongen te beschouwen, die er wat karakter betreft op vooruit zal gaan...
En wij kunnen ook weten, dat zolang de werkloosheid in ons land toeneemt, met haar nasleep van demoralisatie van de jeugd, nog menige Nederlandse ‘vrijwilliger’ zich door de Duitse ronselaars zal laten strikken...