De Nieuwe Stem. Jaargang 7(1952)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 216] [p. 216] Erik van Ruysbeek Het graf in de duinen Hier voel ik u nog aan, hier voel ik u weer ontstaan hier in de vrede van het duin dat naar u neigt van kruin tot kruin. Hier midden duinmos en viooltjes doolt samen wat van u verdoold is, hier zakt uw lichaam zacht uiteen hier zwermt uw geest veelvoudig heen door zand en distel, bloem en bries: voor allen winst, voor mij verlies. Nu wordt gij stuifmeel, korrel, lucht, beeft op mijn lip misschien en vlucht, ontmoet uzelve duizend keer en bouwt aan duizend wezens weer, vergeet uzelf, vergeet ook mij, om duizend nieuwe kernen blij. Baar op de zee, schuim op de baar, vergeefs gezocht, vergeefs naar haar. Wat daar voorbij is gaat hier voort: dood vloeit over in geboort. O duizendvoud van uw weleer, ik ken u nog, gij mij niet meer. Toch gisten alle kiemen al waarin ik mij verdelen zal. Stroomt dan Lethe ook voor mij, in duizenden vormen zijn wij vrij. Intimite Met elke streling van mijn koele handen tast ik de dromen van uw wimpers af, hun schemer legt mijn drift aan banden met al de nachten die 'k u nog niet gaf. Verhoor mij niet maar laat mij nooit meer los verhoor mij wel maar sla mij met uw dromen [pagina 217] [p. 217] zo ver en heimelijk dat ik mij nooit verlos uit de geheimen en de onderstromen. De zee stijgt in de stilten van mijn stem en doet de woorden aan de randen beven, van oeverloze tijden dreunt het requiem tot fluisteringen naar uw open leven. Ontvang mijn ziel in d'appel van uw ogen onder uw grote wimpers van gena eer ik me neerleg in uw mededogen waar gij mij leven geeft en ik verga. [pagina 218] [p. 218] Variaties I De koppels dansen langzaam midden de reusachtige spiegels, de wijzers van 't heelal staan middernacht, de sterren wentelen langzaam midden firmamenten, de spiegels wentelen langzaam om de trage dansers: boven hun hoofden staan de wijzers middernacht. Ze draaien sneller op nerveuzer dansen, ze kolken wilder dwarrelend naar hun laatste kans: hun hart slaat in hun lege borsten middernacht. Zoals de wervelwinden vluchten woest de dansers omheen en door hun rijen wervelen wild de spiegels maar onontkoombaar zweeft met hen mee middernacht. Naar 't eind der ruimten hollen de gevangenen, naar 't eind der tijden met hoogopen mond maar boven hen weerspiegeld in de spiegels en de chaos van hun breinen dreigt als een arendschaduw de universele stilte reusachtig en loodzwaar van massa middernachtelijke roerloosheid. II De koppels dansen wervelend in een vlucht van kronkels maar onontkoombaar zweeft met hen mee middernacht, de sterren wentelen dwarrelend midden firmamenten en dolle schittering van spiegelvlakken speelt met bliksems: boven de hoofden heerst de zwangere middernacht. De borsten vullen zich met kans van zwaarder ritme en trager snellen midden trager spiegeling de voeten: geleegde firmamenten staan steeds middernacht. De koppels dansen langzaam midden de reusachtige spiegels, de spiegels wentelen langzaam om de trage dansers: de wijzers van 't heelal staan middernacht. De bron der tijden naderen de gevangenen, de kern der ruimten met verstomde mond, onwezenlijk gestuwd door traag-vertragende impulsen versierlijken ze elke buiging van de tijdeloze dans binnen de heldere chaos van der spiegelen middernachtelijke weerkaatsing. [pagina 219] [p. 219] III De koppels dansen langzaam midden de reusachtige spiegels, de wijzers staan gelijk: is 't middag, middernacht? De sterren wentelen sierlijk om de firmamenten de spiegels wentelen roerloos om de schimmige dansers: de wijzers zijn verdwenen uit de wijzerplaat. De koppels dansen langzaam op hetzelfde ritme, gebogen schimmen boven achterwaartse slanken, de wijzers van hun hart zijn dansend opgeheven, de sterren vallen stil, de spiegels vielen weg, de voeten worden licht en raken nergens grond meer en onontkoombaar groeit de zenith van de tijd, en langzaam schrijven voort in de reusachtige ruimte geveerde nimben van excentrische cirkelgangen de lichte voeten uit het rijk der schimmen alsof de tijd nog niet was stilgevallen alsof nog op de onzichtbare wijzerplaat zinloze wijzers zich bewogen. Vorige Volgende