De Nieuwe Stem. Jaargang 6(1951)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 574] [p. 574] W. van Maanen Merel Met de merel werd ik wakker: Droomde hij dezelfde dromen? Liet ook hij zijn heimwee stromen Naar een verre, gouden akker? Neen, ik hoor het aan zijn juichen Dat de droom hem bleef verborgen; Dat zijn stem slechts van de morgen En het hier-zijn wil getuigen. O, reik mij je koele beker, Merel, dat ik ook kan zingen Van de werklijkheid der dingen, Hard en dromenloos en zeker! Vita nuova Alles ging leven als zij naast mij liep: De dode stad sprong open als een kist Vol edelstenen - niemand had gegist Dat daar de bruidsschat van de wereld sliep. Zelfs de verkeersagent die ‘heidaar’ riep Omdat zij zich in 't teken had vergist Lachte bevrijd, alsof hij even wist Dat God zijn handen voor wat anders schiep. En ieder huis kreeg een verjongd gezicht Als was 't genezen van de zieke tijd; En iedre poort stond hoger opgericht; En in de mensen die ons zagen gaan, Gevang'nen van hun stille lijdzaamheid, Bleef wat verwondering en heimwee staan. [pagina 575] [p. 575] Nieuwe kwatrijnen 1 Zestig minuten zijn voor mij geen uur Maar zestigmaal een doodlijk avontuur Waarin ik hel- en hemeldiepten peil, Verzink, verbrand en rijs weer op uit vuur. 2 Dit is mijn oog niet meer, dit blinde ding - Een schorre stem bespot mij als ik zing - O, dood, in de landouwen van mijn vlees Ben ik de vreemde, gij de inboorling! 3 Soms loop ik blind door mijn versteend gebied En dan als een die duizend verten ziet: Eén hartslag schakelt mijn verbeelding om En 'k schep een universum uit het niet. 4 Klim met de leeuwrik tot het hemelraam; Daal met de krab dieper dan duizend vaam; Jaag vlinders na, hoor nachtegalen uit - Het enig antwoord is een duistre naam. 5 Tussen de velen was voor mij geen plaats: Ik moest maar blijven kruisen buitengaats Tot ik kon binnenvaren - en ook nu Hoor 'k u nog liever uit de verte, maats! [pagina 576] [p. 576] John Keats Te middernacht, verzoend en zonder pijn: Zó moest zijn afscheid van de wereld zijn. Zingt eens de nachtegaal mijn requiem, O, dat mijn hart mag breken als het zijn'! Vorige Volgende