De Nieuwe Stem. Jaargang 6(1951)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 321] [p. 321] Buginese liefdespoëzie Jij bent het liefste wat ik ooit zag maar je moeder zit vol venijn. Ik neem je niet tot vrouw uit angst dat jij later net zo zult zijn! Ze noemt zich vlekkeloos - kuis... maar er zijn wel zeven wegen die uitkomen op haar huis. Ja naar mijn huis gaan zeven paden maar weet dat sinds al te lang daar enkel buffels over traden! De weg van de pijl tot het doel begint bij de boog. De weg die de liefde neemt tot het hart: het oog. Je bruine huid is glad gespannen om de glanzende golven van je lichaam je ogen zijn zwarte lampen en niettemin bleef je eenzaam. Je bent fijn en slank je borsten zijn rond je dijen rank rood als sirih je grage mond. Zal ik je eens vertellen waarom ik jou nam tot bruid? Je bent lang niet zo mooi als die ander maar jouw vuur zit vlak onder je huid! [pagina 322] [p. 322] Met alle mooie meisjes vrij ik maar de lelijkste neem ik tot vrouw want mooie meisjes zijn als vlinders - vluchtig. En een lelijke blijft je altijd trouw. Jij bent de verlegenste van allen toch neem ik jou tot bruid: je doet nu wel erg zedig maar het vuur slaat je ogen uit. Je bent zo mooi als een bloem ze mooi als ze nergens groeien maar toen je vannacht bij me lag heb ik je pas echt zien bloeien. Jij bent als de zee in de storm zo golvend en zo wild en net als de zee na de storm ben je 's morgens weer verstild Telkens als ik aan je dacht zag ik vóór me je ogen en je lach: je ogen als een donk're nacht je lachen licht als de dag. In je buik voel ik ons kindje als ik je tegen mijn zijde druk ik voel het heel zachtjes bewegen: allebei beven we van geluk. Vertaald door Netty van Kempen Vorige Volgende