Kort bestek
Bitter-zoet.
Zoals bekend heeft de regering, bezuinigend terwille van de bewapening, van een aantal artikelen het subsidie ingetrokken, dat tot dusver de winkelprijs ervan laag hield. Om het maken van winst op die prijsverhoging tegen te gaan, pleegt zij dan de aflevering te verbieden tot de nieuwe prijzen hun beslag hebben gekregen.
Deze maatregel heeft uiteraard alleen dan zin, wanneer hij niet bekend wordt vóór de datum waarop hij ingaat. Maar aangezien onder het half- of drie-kwart kapitalistisch bestel, waaronder wij leven er nog altijd belanghebbenden zijn met belangstelling voor dergelijke transacties en deze als de tegelijk deskundigen daarbij ook geraadpleegd moeten worden, is in werkelijkheid al dit sociale gedoe, zeker voor de groten, een wassen neus. Ja meer, van te voren wetend wat er komen zal, hebben zij een extraprae boven hun kleine concurrenten.
Zo is het in Maart met de suiker gegaan. Met het gevolg dat de directies der suikerverwerkende industrieën hun grondstof nog, mèt het subsidie, dus goedkoop, konden inkopen om hun product, zonder subsidie, dus duur, te verkopen. En de grote winkelbedrijven desgelijks. Totale winst: ruim vijf millioen, uiteindelijk afkomstig uit het subsidiefonds en dus van de belastingbetalers.
Schandelijk? Ja en neen. Ja als men zich op een gemeenschapsstandpunt plaatst. Neen als men uitgaat van het standpunt van ons officiële bestel, want dan is het onvermijdelijk. En iets dat onvermijdelijk is, is normaal en iets dat normaal is kan niet schandelijk zijn.
De conclusie uit deze bitter-zoete ervaring? Men is de weg der geleide economie opgegaan, omdat die der vrije onbegaanbaar bleek. Maar het blijkt tevens dat wie halverwege op die weg blijft staan, het met die halfgeleide economie niet beter maakt dan het onder de vrije was.
Zolang namelijk de mogelijkheid van belang-hebben niet is uitgesloten, blijken de grote belanghebbenden altijd wegen te weten om de gevolgen van die halve leiding van zich af te wentelen, niet alleen meer op de kleinen, maar nu ook op de staatskas, d.i. uiteindelijk op de massa.
Zolang de mogelijkheid van belang-hebben niet is uitgesloten, zal de koopman blijven zoals Erasmus hem in de begindagen van het kapitalisme al getekend heeft. Ik kies van zijn twee passages in de ‘Lof der Zotheid’ over de handel de minst felle, waar hij zegt: ‘Wat zal de koopman wel voor winst maken, als hij, volgens de voorschriften der wijsheid, terug-