Kort bestek
Ongelijk
Het is meestal niet prettig ongelijk te hebben; nog minder om het te moeten bekennen. Meestal doch niet altoos. Ditmaal is het prettig.
In ons Kort Bestek in het Februari-nummer getiteld Something rotten hadden wij de N.R. Ct verweten weinig werks te hebben gemaakt van het recente geval van rassenjustitie in de Verenigde Staten. Toen wij dat schreven was dat inderdaad zo, maar dezelfde krant van 20, 21 en 27 Februari heeft onjuist gemaakt wat op de 8ste dier maand nog juist was. In een drietal gedegen artikelen is de Amerikaanse correspondent in genoemde nummers op het geval ingegaan en zonder ons oordeel in elk opzicht tot het zijne te maken, ingegaan op een wijze die althans van rassendiscriminatie vrij bleek te zijn.
Al het minste wat men van een liberaal en bovendien nog Nederlands blad verwachten kon, vindt U? Zegt U dat niet te gauw. Het is in de huidige anti-liberale wereld niet gemakkelijk en zeker niet vanzelfsprekend meer om nog waarlijk-liberaal te zijn. Evenmin als het vanzelfsprekend of zelfs maar gemakkelijk zou zijn om in Nederland nog waarlijk-Nederlands te wezen.
Zo hebben wij dan ongelijk gekregen. Wij constateren het en bekennen het met vreugde. Want men moet wel een geestdrijver zijn om zich te ergeren wanneer men ervaart dat ook anderen dan de naaste medestanders opkomen voor de menselijkheid waarvoor men zelf vecht. En wat wij ook mogen zijn, geestdrijvers zijn wij niet.