Ex libris
Encyclopaedisch handboek van het moderne denken, onder redactie van Dr. W. Banning, Dr C.J. van der Klaauw, Dr H.A. Kramers Dr H.J. Pos, Dr K.F. Proost, Dr J.B. Ubbink; derde geheel herziene dr., Arnhem, Van Loghum Slaterus N.V., 1950. XII en 832 blz.
Dit Handboek moet blijkens het feit, dat sinds 1931 een derde druk verschenen is, wel voorzien in een bepaalde behoefte. Behoefte van wie? Van die intellectuele laag, die geïnteresseerd is in het ‘moderne denken’, d.w.z. die zich bedient van begrippen en van een begrippentaal, die voortkomen uit verschillende wetenschapsgebieden, kunst en het sociale leven, en in het algemene denken doordringen. Er zijn blijvende en nieuw gevormde begrippen, die gezamenlijk behoren tot de geestelijke wapenrusting van hen die zich in het verkeer en de strijd der meningen begeven of deze volgen. Een verzamelwerk als dit moet, om modern te blijven, dus ook vaak herzien en vernieuwd worden. De nuttige taak om het onderlinge verstaan te bevorderen en geheimtaal publiek te maken mag ook van zulk een werk verwacht worden. De lezer moet nu geen woordenboek verwachten dat hem van talloze woorden en begrippen verklaring en uitleg zal geven. Het is tenslotte een handboek dat op onderscheiden gebieden essentiële begrippen omschrijft en deze in een alfabetische volgorde plaatst [in het ‘Ter begeleiding’ staat o.i. onjuist: ‘encyclopaedische d.i. alfabetische orde’].
Het moet niet eenvoudig geweest zijn een keuze te maken, ten minste niet op elk gebied. Ook de lezer die dit inziet zal zich wel eens moeten afvragen: waarom dit niet en waarom dat wel? Waarom vindt men wel ‘kunstnijverheid’ of een woordverklaring als ‘ironie’, waarom geen begrippen als: handel, saecularisatie, sport of spel?
De redacteuren hebben over de gebieden waaruit de trefwoorden zijn genomen inleidende artikelen geschreven, als verantwoording bedoeld. Het is ons daarbij niet duidelijk geworden, waarom in de theologie zulk een principieel onderscheid gemaakt moest worden tussen de R.K. en de protestantse theologie. De eerste is nl. terzijde gelaten, omdat zij wegens de sterke gebondenheid aan de scholastiek en aan het leergezag der kerk te weinig spanning en relatie zou vertonen met het moderne denken, in tegenstelling met de protestantse theologie; dat deze juist door haar nieuwste ontwikkeling met haar ‘verzwaring van het accent op de dogmatiek’ zo modern zou zijn, zal niet een ieder vermogen in te zien.
De redactie heeft zich wel ruimschoots beschermd tegen onwelwillende critiek door zelf te gewagen van een ‘in zekere zin onmogelijk werk’, onmogelijk vooral door het ontbreken van eenheid van richting aan het moderne denken. Des te prijselijker is het dat aan deze onmogelijke ‘opdracht van de tijd’ gevolg is gegeven.
Zoals het boek thans voor ons ligt, is het ook uiterlijk een respectabel stuk werk, dat voor tal van denkende mensen een belangrijk hulpmiddel zal blijken te zijn om het moderne denken in zijn pluraliteit naderbij te komen. Een onmogelijk werk als dit hebben wij te zeer nodig om zijn onvolkomenheden niet met begrip te accepteren. En ieder gebruiker kan trouwens zijn correcties of suggesties kenbaar maken voor een volgende druk.
O. N