De Nieuwe Stem. Jaargang 5
(1950)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 445]
| |
Ph. Kohnstamm
| |
[pagina 446]
| |
haddenGa naar voetnoot1. In dat laatste geval zouden wij dan tevens bemerkt hebben in welke opzichten de oud-leerlingen van het U.L.O. te kort geschoten waren, wat m.i. een uiterst waardevolle bijdrage zou hebben geleverd voor een ‘vernieuwing’ van het U.L.O. die in deze tak van onderwijs zelf levendig wordt bediscussieerd. Het had echter ook kunnen blijken, dat de bedrijven volstrekt niet zulke zakelijke redenen hadden, maar om prestige-redenen of omdat men zich eenvoudig aan de gangbare traditie had gehouden onnodige eisen aan ollicitanten hadden gesteld of bij sollicitaties de voorkeur hadden gegeven aan een 5- of 6-jarige, in plaats van een 4-jarige vooropleiding, volgens de niet alleen in onze scholen, maar ook in de maatschappij helaas maar al te gangbare regel, dat ‘genoten’ onderwijs in de eerste plaats niet naar zijn kwaliteit, maar naar zijn kwantiteit moet worden beoordeeld. M.a.w. dat het voor een niet gering deel aan fouten in de personeels-keuze der bedrijven zelf heeft gelegen, dat hun wensen niet voldoende bevredigd werden. In de plaats van zulke belangrijke gegevens bevat het rapport nu, door het verzuimen van deze, inderdaad nog al kritische vragen, inderdaad niet veel meer dan ‘een aantal conclusies, die elk ervaren schoolman ook wel zonder al die rompslomp had kunnen neerschrijven’, gelijk de voorzitter der Ver. voor M.U.L.O. in zijn openingsrede van 14 April l.l. te Dordrecht heeft gezegd. Een uitspraak, die hij, gelijk we gezien hebben, had kunnen staven met het feit, dat ook de leden der enquête-commissie haar aanvankelijk oordeel door de uitkomst ‘volkomen bevestigd’ hebben gevonden. En daarmede kom ik zelf tot enkele kritische vragen. 1e. Bewijst deze enquête niet opnieuw, hoe hopeloos ons onderwijs in hermetisch tegen elkaar afgesloten hokjes is verdeeld, zodat men zich in het ene hokje nauwelijks bewust is van wat er in het andere gebeurt? 2e. Zou het niet veel beter zijn in plaats van naast het bestaande U.L.O. een weer hermetisch daarvan afgescheiden 4-jarige ‘Hogere’ Burgerschool te stichten het U.L.O. [vermoedelijk om psychologische redenen het best onder de naam van Algemeen Middelbare School] zo te herzien, dat men voor de beoogde ‘midden-functies’ bij voorkeur of uitsluitend bezitters van het einddiploma dier school kan zoeken en benoemen? 3e. Op welke grond concludeert de enquête-commissie [p. 18] dat de aldus herziene 4-jarige school - niet voor enkele uitzonderingen, maar voor haar gemiddelde leerling - tevens zou leggen ‘een goede grond voor direct voorbereidend hoger onderwijs’? | |
[pagina 447]
| |
4e. Waarom beperkt de enquête-commissie zich overigens, wat haar conclusies uit de enquête betreft, vrijwel geheel tot een tabel van lesuren voor de 4 klassen, zonder zich bezig te houden met de vraag, hoe dit onderwijs moet worden gegeven, opdat aan de wensen van het bedrijfsleven beter dan tot nu toe worde voldaan? Deelt de commissie dan de boven gewraakte mening, dat het meer op de kwantiteit dan op de kwaliteit van het onderwijs aankomt? 5e. Waarom blijkt uit het rapport met name nergens, dat de commissie opzettelijk en welbewust aandacht heeft gegeven aan de vraag op welke wijze de in te richten school steun zou kunnen geven aan het grote doel der Fundatie, dat wij in de aanhef van deze opmerkingen omschreven, en dat ook blijkt uit de omschrijving van de naam der Fundatie als een stichting tot bestudering en bevordering van sociale moraal? Want dat in klasse IV drie lesuren worden uitgetrokken onder de naam van arb. verhoudingen [het enige ‘vak’ dat niet op een hoofdletter in zijn aanduiding mag bogen], kan m.i. niet beschouwd worden als zulk een duidelijke aanwijzing. En als de commissie gemeend heeft, dat de leerlingen van een 4-jarige Middelbare School nog niet rijp zijn voor de behandeling van zulk een onderwerp [een mening, die m.i. zeker niet als vaststaand mag worden verondersteld], waarom heeft zij deze mening dan zelfs niet door enige argumentatie ondersteund? |
|