tegen een jaarlijkse rente van 3½%. De President van de bank verklaarde, dat Amerika economische steun verleent ‘in de hoop van Indonesië een welvarend bastion voor de vrede in het verre Oosten te maken’.
Van welke aard is de verleende hulp? Streeft Amerika ernaar, de economische structuur van Indonesië, die totdusver overwegend agrarisch was, evenwichtiger te maken door de opbouw van een nationale industrie te stimuleren.
Men wordt sceptisch gestemd, wanneer men leest, dat de President van de Bank gewezen heeft op de dringende noodzaak voor Indonesië om de rubberplantages en de petroleum-industrie te herstellen. Deze uitlating wijst erop, dat Amerika - economisch gesproken - geen nieuwe wegen wil inslaan en de Nederlandse exploitatievormen van voor de oorlog eenvoudig wil voortzetten. Met deze vormen is in het verleden nooit welvaart voor Indonesië of enig ander koloniaal land bereikt. En met name het herstel van de Westerse rubberondernemingen, die totdusver de zeer talrijke inheemse rubberplanters beconcurreerden, zal de Indonesische bevolking weinig baten - eerder schaden.
Neen, welvarend zal Indonesië op deze manier niet worden. Maar een bastion? Waartegen? Dat hoeft men hier niet te vragen. Maar de Indonesiërs zullen wèl vragen stellen. Zij zullen vragen, waarom het nieuwe China van zijn nieuwe vrienden een lening kon krijgen van 300.000.000 dollar tegen een rente van slechts één procent. En waarom deze lening wèl kan dienen voor machinerieën ten behoeve van electrische centrales en metaalbewerkende industrieën. En zij zullen voor dit waarom ook een antwoord klaar hebben: omdat aan China's armoede niemand, geen zakenman en geen concern, iets hoeft te verdienen. Zodat de belangen van Russen en Chinezen in wezen parallel lopen.
Amerika, dat zo weinig van de oorlog heeft geleden, kan aan de ‘onontwikkelde gebieden’ zeer belangrijke economische hulp bieden. Maar zolang deze hulp haar tegenwoordig karakter draagt, zal geen Aziatisch volk ervoor voelen, bastion voor Amerika te worden.
En komt er een fundamentele verandering in het karakter van de Amerikaanse hulp en van de gehele Amerikaanse wereldpolitiek - wel, dan heeft Amerika misschien aan bastions geen behoefte meer.
Zoals de zaken nu liggen, is het Russisch-Chinees verdrag een zware bres in het bastion, dat Amerika met zijn hulpprogram voor onontwikkelde gebieden inderhaast wilde opwerpen.