Kort bestek
Cultuur en dollars
Deze zomer is een aantal studenten uit de U.S. overgestoken naar Europa. Zij zijn uitgezwermd over verschillende landen; sommigen met bizarre voorkeur zelfs tot in de volksdemocratiën. De Volendam heeft ze te samen weer naar Amerika gebracht. Onder dit groene hout is een enquête gehouden over hun bevindingen in Europa. De N.R.Ct. van 24, 27 en 30 Sept. heeft een samenvatting der antwoorden gegeven. De vragen onderstelden een ruimere kennis, dan wellicht aanwezig was. Maar daarom zijn de antwoorden als indrukken en meningen niet minder interessant. Er bleek meer begrip te bestaan voor de Engelse moeilijkheden en het labour-experiment dan men bij de gemiddelde Amerikaanse toerist zal vinden. Opvallend positief werd de vraag beantwoord naar de kracht van het Duitse nationalisme; vooral zij, die Duitsland bezocht hadden, misten alle illusies op dit punt.
De laatste vraag ging over de belangrijkste bijdrage, die Europa en Amerika elkaar konden leveren. En dan blijkt op de lijst van wat Europa heeft te bieden de cultuur bovenaan te staan met 30%, gevolgd door ‘goed gedrag’ met 21% en levenskunst met 17%. Het anti-communisme komt met 3% het laatst; hiermee is blijkbaar de binnenlandse markt al verzadigd volgens deze studenten. Amerika moet Europa bovenal economische steun leveren; deze staat genoteerd met 34%; verder is ook de morele stimulans niet te verwaarlozen [18%]; technische kennis volgt daarop met 16%. Een ‘betere maatschappij’ kunnen beide elkaar verschaffen, doch in geringer mate. Europa moet het met haar 5% afleggen tegen de 12% van Amerika.
Wij moeten het dus maar met de cultuur houden. Italië en Frankrijk staan hierin het hoogst genoteerd. Dit herinnert ons aan wat een Fransman schreef over het verschil tussen een Amerikaans kookboek, dat exact is en een Frans kookboek, dat uitmunt door vaagheid. Maar het Franse eten is beter. En, zegt de Fransman, het is met de liefde al niet anders gesteld. Wie kan zich prettig voelen als hij de kunst der liefde of van het eten tot ‘automatische formules’ vindt gereduceerd!
Dit staat in ‘America in Perspective; the United States through foreign eyes’, een boekje uit de ‘Mentor’-serie, een van die goedkope Amerikaanse boekjes, waarmee dollar-arm Europa zijn intellectuele behoeften bevredigt. Daarin leest men ook de uitspraak van de Engelsman James Bryce over Amerika: ‘The nation is often misrepresented by its statesmen.’ Waarom dan eens niet geluisterd naar onofficiële vertegenwoordigers van een komend Amerika zonder veel dollars?