De Nieuwe Stem. Jaargang 4(1949)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 321] [p. 321] Bert Voeten Voorjaarsmorgen Toen de mist het bos had verlaten - vluchtend over het hakhout in de verte, deerlijk verstrooid - rees van de blinkende mossen damp omhoog, in de struiken riepen de mussen de lijsters en dicht aan de beukenstammen deden de spechten hun werk. Als een rossig paard was de morgen, hoog uit de benen rijzend, vochtig maar helder het oog en het bit aan de kou geslepen. Zo hoog en gescherpt kan het leven soms staan als het hart gewapend met vreugde de liefste nadert in het rossig uur van de jeugd. (Proloog voor een episch gedicht) Vorige Volgende