De Nieuwe Stem. Jaargang 4(1949)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 274] [p. 274] Ph.C. v.d. Pant De reiger Hij staat als levende versteend in 't watervlak opwacht, [gitzwart gevuld is zijn schabloon tegen de zilv'ren nacht] en ziet niet neer, maar voelt de vinslag van het beest door-schieten in de wieren. - Dan is het al geweest, en even, vlijmscherp, tuit zijn snavel naar de waaz'ge maan: zijn slanke hals golft driftig voor de vangst een baan naar waar zijn honger kirrend op verzaad'ging aast. Dan staat hij weer... Zijn stand is onveranderd haast. De ezels Des morgens, in de vroegte, gaan de kale ezels en de ezelinnen, als steeds, zacht-balkend de geleed'ren van de verse uren in, lopen des middags schokkende het stofnest van de scheem'ring binnen, en leggen, dóód-vermoeid, zich in een uithoek van de avond neer. Zij spitsen, loom, de oren naar het suizen van het nachtlijk git, hijgen, half-wakende, de dunne, witte uitslag van de aarde in; als er een haan kraait springen één voor één de uren in 't gelid, en of het zon of regen is, - het is dezelfde afstand wéér. [pagina 275] [p. 275] Van dan tot nu Als straks mijn kamer en de hare gaat verbranden, en 't asfalt als een zee gaat kolken in het vuur, dan reik ik naar haar raam mijn afgetobde handen, misschien dat zij mij roept, en meeneemt in dat uur. Want, al zijn de vellen tot de rand beschreven, en is de rust, in onrust, dag en nacht eraan gespild, ik kan alleen de wieg van mijn geboorte overleven, als zij de vracht der jaren in haar armen tilt. Tot zolang heb ik hier te wachten en te werken - ik zie een vogel, zwart, aan keel en wiek bezeerd, maar soms hoor ik de wind al van zijn vlerken, en 't lied, dat juichend om haar hoofd heen scheert. Langs de straat Het kraken van de vingers om de zilverlingen en het schamp'ren van de stokken en de klingen, het is op elke hoek van elke straat te horen - Millioenen lansen in millioenen zijden boren... maar als ik langs ga, dieper in mijzelf verloren, hoor ik de droppels bloed als merels zingen uit de doornen. - En dit is overnieuw beginnen. Vorige Volgende