Johan van Schagen Jr
De schaker
Ik weet bij God niet meer hoe vele vrouwen
Ik reeds ontvoerd heb wild en roekeloos.
Het was een bonte mengeling van trouwen
Wellustigen en Angstigen die ik koos.
Er waren zwangren bij en hete meisjes,
En vrouwen met een kindje aan de borst.
Maar tuitte 'k aan haar oor mijn dolle wijsjes,
Dan was de tijd van tegenstand vermorst.
Zij lagen als betoverd in mijn armen,
Verrukt in 't onderworpene van hun lot.
Maar 's nachts, dan bogen zij in mild erbarmen
Zich over mij hun zegepraal was 't slot.
Ik nam, ik won en ik werd overwonnen,
Maar, grootste glorie van een liefdenacht,
Wanneer haar kind riep om de warme bronnen
Der moedermelk, een ijle schriele klacht:
Dan nam ze 'r jongen, van mij weggebogen,
En liet hem drinken, liggend aan mijn zij.
Maar 't ovrig deel van haar, als vastgezogen,
Dat bleef bij mij, bij mij, roerloos bij mij.
De schaker, geschreven door de Arabische dichter Amr il Kaïs. Leefde omstreeks 500-550 na Chr. en was dus een tijdgenoot van Mohammed. Schreef in het Arabisch en geldt als de afsluiter van de oude Arabische literatuur. Bethge zegt van hem, dat hij even beroemd was als avonturier, Don Juan, als dichter. De door mij geraadpleegde vertalingen zijn: Hans Bethge [Duits] Abdel Khalek Bey Saroit [Frans] en een particuliere Engelse vertaling door een Turkse vriend van mij, welke ik niet mag noemen. Van deze laatste gelieve U geen melding te maken.
J.v.S.