De Nieuwe Stem. Jaargang 4(1949)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] Jo Landheer Herfst Tusschen natte, donkre stammen Hangen grijze nevel-flarden. En de laatste hanekammen Kleumen onder afgevallen Bruine blaren en verschromplen. Iedre dag is korter, killer. 't Bosch lijkt stil in slaap gezonken. Maar mijn hart wordt nimmer stiller. Want altijd zie ik je voor mij, Die mij meer bent dan mijn leven. Langzaam nadert al de winter. En ik ben alleen gebleven. Vorige Volgende