De Nieuwe Stem. Jaargang 3(1948)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 193] [p. 193] H.W.J.M. Keuls Sonnet Wij droomen en het oog vult zich met tranen, Wij droomen en het hart begint te bloeden; In 't oogenblik dat we ons beveiligd wanen, Roeren zich diepten die wij niet bevroedden. Herinn'ring trekt ons langs geheime banen, Waarvoor geen eeuwigheid ons kan behoeden, En de aarde lokt ons in haar schemerlanen, Waar sap en regen 't oude heimwee voeden. Soms wordt een zwaar gordijn opengeschoven En dan zien wij het eigen leven spelen In geheimzinnig licht, dat flikkert boven Den voortgang der beklemmende tafreelen; En dit geschiedt om 't ééne beeld uit vele, Dat toeven blijft, wanneer de lichten dooven. Vorige Volgende