De Nieuwe Stem. Jaargang 3(1948)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 150] [p. 150] Bert Voeten Uit: De Ammonshoorn Als ik terugkeer Als ik terugkeer is mij dit weer vreemd: het eigenzinnig water, horizonnen met schepen, meeuwen, bovenwindse wolken; het zeezout op mijn mond en op mijn handen de paarse weerschijn der zonsondergangen. Alleen de eenzaamheid ontglijdt mij niet. Eenzamer ben ik in de zee der straten; eenzamer onder gele avondbakens; tussen die mij verlieten en verwachten. Nog luisterend in een nabij verleden. Van onrust als van weerlichten doorsneden. [pagina 151] [p. 151] En ik ben niets... En ik ben niets, ik ben alleen maar stem. Ik roep u soms, zoals des avonds schepen het land aanroepen met hun vage seinen. En die mij horen kunnen mij niet duiden, en die antwoorden kan ik niet verstaan. En die mij zoeken met hun torenlichten vinden een ander, honderdmaal een ander, want wat ik ben is wat in mij verandert. Egmond aan Zee, October '47 Vorige Volgende