In kort bestek
Regeringsvoorlichting
De moderne democratie is een evenwichtsverhouding tussen regeerders en geregeerden, tussen regering en volk. De regering regeert volgens een mandaat van wie haar gekozen hebben, die op hun beurt van de regering leiding mogen verwachten. Tot deze leiding behoort ook voorlichting omtrent het beleid der regering.
Nu bestaat er een Regeringsvoorlichtingsdienst die, zou men zeggen, door de regering is ingesteld om het volk voorlichting te geven. Taalkundig bezien zou men het woord ook zo kunnen verstaan, dat er een dienst is die de regering voorlichting verschaft. Deze taalkundige mogelijkheid is echter een politieke onmogelijkheid. Zij toch zou een dienst onderstellen (door wie of wat geleid?) die zich tot taak stelt de regering voor te lichten over het beleid dat zij moet voeren. Het onmogelijke blijkt echter niet het onbestaanbare te zijn. Een voorbeeld uit vele: wanneer een Regeringsvoorlichtingsdienst in Batavia de aankomst van minister Neher viert met de verspreiding van een artikel uit Elseviers' Weekblad, waarin de regeringspolitiek wordt aangevallen en zwart gemaakt, dan blijkt de tweede taalkundig mogelijke uitleg, die een politieke onmogelijkheid is, toch de juiste te zijn.
Blijkbaar bestaat er dan een dienst, die een macht dient, die zich geroepen voelt de regering voor te lichten (en ook de geregeerden) over wat haar (die macht) nuttig en nodig lijkt, en die, misleidenderwijs, zich uitgeeft voor regeringsvoorlichtingsdienst volgens de eerste taalkundige uitleg. Over het gevaar van zulk een macht in de staat, die onder het mom van staatsdienst fungeert, maken wij ons zeer ongerust. De regering verdelge ijlings zulk een dienst en make er een die geen aanleiding geeft tot dubbelzinnige uitleg. Minister Beel heeft in zijn verklaring van 13 Januari lof toegezwaaid aan het in overheidsdienst werkzame personeel. Wij hopen dat hij daaronder niet de als regeringsdienst werkende macht heeft begrepen, of dat hij een reservatio mentalis heeft gemaakt, omdat hij van zins is, zoals hij zei, het vraagstuk van de personeelsherziening onder de ogen te zien en al bij voorbaat aan een dienst heeft gedacht die met zijn voorlichting de regeringsbelangen en niet anderer belangen dient.