De Nieuwe Stem. Jaargang 3(1948)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 88] [p. 88] A. Besnard De eeuwen Elk oogenblik gaat uw gelaat verloren. Uw oogen komen anders uit den tijd En uit uw stem kan ik uw voortgaan hooren Uw glimlach sterft, terwijl gij verder schrijdt. Wij zeggen levend, wat ons werd bezworen In elk gebaar, dat door ons henen glijdt En denkend, wat ons rhythmisch komt bekoren Een droom van ruimte door zijn eeuwigheid. En alles zal straks in den tijd verdwijnen, Want de eeuwen drinkt de wijde sterrennacht Met alle menschen, die te leven schijnen, Omdat Gods ziel door hun symbolen dacht En zij hun wijs bewogen op Zijn lijnen Terwijl een stille ster hun heimwee wacht. [pagina 89] [p. 89] Yazz De trommen zijn geroerd en de oude zonden Weergalmen weer in ons ontwaakt gemoed. Verdoemde klanken, die de pijpers zonden Ontluiken in het purper van ons bloed Nu stampen duizend voeten op de gronden Van het heelal, dat hun de harten voedt, Waaraan hun wezens magisch zijn gebonden Zooals het graan dat op de velden woedt. De krijgers zijn hun rhythmen reeds verloren Maar blijven roepen door de wilde wijs, Zooals de sterren door de tijden gloren En de vervloekten door het paradijs, Zoo kunt gij dezen nacht hun gillen hooren Gul als de waanzin, kermend reis op reis. Vorige Volgende