de ban van de oorlog en vaak met heel wat meer begrip voor de naoorlogse wereld dan men aantreft bij velen, die middenin de naoorlogse wereld staan, vormen voor mij de hoofdinhoud van dit nummer.
Een brief van Sjahrir - de banneling in Banda, ons reeds zo goed bekend uit de Indonesische Overpeinzingen. Deze brief stamt uit een wat latere periode, toen Nederland reeds bezet was, en de gebeurtenissen zich duidelijker aftekenden. Sjahrir, door de koloniale verhoudingen extra gevoelig voor politieke ontwikkelingen, onderkende toen reeds dat het illusie was te menen, dat deze oorlog een ideologische oorlog zou worden tegen het Hitlerisme in onszelf en overal waar wij dit tegenkomen. Getemperd door een lichte zelfspot, treedt Sjahrir ons ook in deze brief tegemoet als een onverzettelijk strijder voor menselijkheidswaarden, vóór de geestmens, tegen de beestmens waar hij die ook tegenkomt, in Duitsland, in Japan, in het Nederlands koloniaal régime en onder zijn eigen volk.
Van zeker niet minder gehalte is de brief van Soejitno Mangoenkoesoemo aan du Perron over zijn ontmoeting met zijn verbannen broer, de bekende nationalistische leider dr. Tjipto. Uit deze brief leert het Nederlandse publiek de schrijver kennen als een uiterst fijnzinnig opmerker, een intelligent denker, en vooral - een hoogstaand sympathiek mens. In zijn persoon vindt men de zo zeldzame harmonische combinatie van Oosterse en Westerse cultuurelementen, het verlangen ook naar een harmonische oplossing van de conflicten tussen Oost en West. Zijn afwijzing van het kolonialisme, zijn liefde voor eigen land en volk, zijn niet minder krachtig dan bij zijn oudere broer. Maar men ziet reeds in deze brief, dat mr. Soejitno geen uitgesproken strijdersnatuur heeft, dat hij meer neigt naar het beschouwelijke. Er ligt een fijn waas, als van een glimlach, over de beschrijving van zijn ontmoeting met zijn broer na vele jaren. Het prachtige Nederlands van zijn brief alleen al rechtvaardigt de aankondiging van het Indonesië-nummer inderdaad onder Bonae Litterae!
Soejitno is niet meer. Verleden zomer is hij in een sanatorium in Zwitserland overleden. Is zijn heengaan, op dat moment, een symbool dat de laatste hoop op een harmonische oplossing van het conflict tussen Nederland en Indonesië, de laatste hoop op blijvende culturele banden tussen beide landen en volken, is vervlogen? Het is vooral deze vraag, die het Indonesië-nummer van Criterium in onze hoofden hamert.
W.