Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Stem. Jaargang 3 (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 3
Afbeelding van De Nieuwe Stem. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Stem. Jaargang 3

(1948)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 63]
[p. 63]

Bonae litterae
Boekaankondigingen

‘Indonesië’, No. 8-9 (Aug.-Sept.) 1947 van Criterium, adm. Meulenhoff, Amsterdam.

De vraag kan worden gesteld, of een aankondiging van het Indonesië-nummer van Criterium onder Bonae Litterae gerechtvaardigd is. Deze aanhef is niet bedoeld als een inleiding tot een onvriendelijke letterkundige kritiek, die dit Indonesië-nummer gaat toetsen aan de norm ‘goed’ of ‘slecht’. Veeleer bedoel ik hiermee, dat de doelstelling van de Redactie van Criterium niet in de eerste plaats gericht was op het verkrijgen van een bepaald litterair niveau, maar op het nader brengen van moderne Indonesische cultuuruitingen tot het Nederlands publiek. Hierdoor draagt dit nummer in zijn geheel noodzakelijkerwijs het hybridische karakter, dat aan alle culturele uitingen inhaerent is, die behalve artistiek verantwoord ook interessant willen wezen. Uit deze doelstelling is het grote onderlinge kwaliteitsverschil der bijdragen te verklaren, b.v. tussen het fascinerende ‘Pelaboean Kajoe Arang’ van Beb Vuyk of het van talent getuigende ‘De onzichtbaren’ van Joke Moeljono enerzijds en het melodramatische ‘Shamuro’ van Rs. Soetiasoemerga anderzijds. Uit dit hybridische karakter vloeit ook voort, dat men nogal eenzaam temidden van litteraire bijdragen een politieke beschouwingvindt van den Heer Palar, welke noch in stijl noch in betoogtrant iets typisch Indonesisch vertoont; afgezien dan van het feit, dat zij geschreven is door een politiek-bewust Indonesiër. Vandaar dat men in dit nummer een stukje aantreft van Hurustiati Subandrio getiteld ‘Ervaringen van mijn zoontje’, waarin men veel over de Indonesische revolutie en de reactie van volwassenen op dit grote gebeuren, maar vrijwel niets over de gevoelswereld van dit zoontje terugvindt. Vandaar dat men naast verzen, die ondanks vertalingsmoeilijkheden ons toch een onmiskenbare schoonheidssensatie geven, gedichten vindt, die alleen onze belangstelling kunnen wekken als psychische uitingen van een door een revolutie op drift geraakte jeugd.

‘Interessant’ is het woord dat bij lezing van dit alles het meest naar voren dringt. Het doel: de moderne jonge ontwikkelde Indonesiër, in zijn verscheurdheid, in zijn betrekkelijke gebondenheid aan de Nederlandse cultuur, in zijn trots op de eerste staatkundige vormgeving aan zijn idealen, nader tot ons te brengen, wordt bereikt.

Toch is het niet verwonderlijk, dat wij ons pas ongestoord aan onze appreciatie voor het interessante kunnen geven, waar de schrijver ons niet door een ietwat kunstmatig aandoende litteraire sluier tegemoet treedt, maar van mens tot mens tot ons spreekt in het ‘document humain’ bij uitstek: de brief.

De twee brieven van vóór de Pacific-oorlog, maar geschreven onder

[pagina 64]
[p. 64]

de ban van de oorlog en vaak met heel wat meer begrip voor de naoorlogse wereld dan men aantreft bij velen, die middenin de naoorlogse wereld staan, vormen voor mij de hoofdinhoud van dit nummer.

Een brief van Sjahrir - de banneling in Banda, ons reeds zo goed bekend uit de Indonesische Overpeinzingen. Deze brief stamt uit een wat latere periode, toen Nederland reeds bezet was, en de gebeurtenissen zich duidelijker aftekenden. Sjahrir, door de koloniale verhoudingen extra gevoelig voor politieke ontwikkelingen, onderkende toen reeds dat het illusie was te menen, dat deze oorlog een ideologische oorlog zou worden tegen het Hitlerisme in onszelf en overal waar wij dit tegenkomen. Getemperd door een lichte zelfspot, treedt Sjahrir ons ook in deze brief tegemoet als een onverzettelijk strijder voor menselijkheidswaarden, vóór de geestmens, tegen de beestmens waar hij die ook tegenkomt, in Duitsland, in Japan, in het Nederlands koloniaal régime en onder zijn eigen volk.

Van zeker niet minder gehalte is de brief van Soejitno Mangoenkoesoemo aan du Perron over zijn ontmoeting met zijn verbannen broer, de bekende nationalistische leider dr. Tjipto. Uit deze brief leert het Nederlandse publiek de schrijver kennen als een uiterst fijnzinnig opmerker, een intelligent denker, en vooral - een hoogstaand sympathiek mens. In zijn persoon vindt men de zo zeldzame harmonische combinatie van Oosterse en Westerse cultuurelementen, het verlangen ook naar een harmonische oplossing van de conflicten tussen Oost en West. Zijn afwijzing van het kolonialisme, zijn liefde voor eigen land en volk, zijn niet minder krachtig dan bij zijn oudere broer. Maar men ziet reeds in deze brief, dat mr. Soejitno geen uitgesproken strijdersnatuur heeft, dat hij meer neigt naar het beschouwelijke. Er ligt een fijn waas, als van een glimlach, over de beschrijving van zijn ontmoeting met zijn broer na vele jaren. Het prachtige Nederlands van zijn brief alleen al rechtvaardigt de aankondiging van het Indonesië-nummer inderdaad onder Bonae Litterae!

Soejitno is niet meer. Verleden zomer is hij in een sanatorium in Zwitserland overleden. Is zijn heengaan, op dat moment, een symbool dat de laatste hoop op een harmonische oplossing van het conflict tussen Nederland en Indonesië, de laatste hoop op blijvende culturele banden tussen beide landen en volken, is vervlogen? Het is vooral deze vraag, die het Indonesië-nummer van Criterium in onze hoofden hamert.

W.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken