In kort bestek.
Onkies en inconstitutioneel I.
Toen onze Koningin tijdelijk haar ambt neerlegde, hadden wij daar zo onze eigen gedachten bij. Wij achtten het niet uitgesloten, dat de teleurstelling in de vernieuwing van het vaderland, waarvan ook zij in de oorlog gedroomd en waarop na de bevrijding ook zij gehoopt had, aan die stap wel eens mede debet zou kunnen zijn. Wij hielden die veronderstelling, want meer kon het uiteraard niet zijn, echter terug in de overweging, die ons nog altijd juist schijnt, dat het voorhands onkies zou zijn, naar haar motieven te gissen en bovendien inconstitutioneel de Kroon voor ons politieke wagentje te spannen. Zo lieten wij de door ons tegelijk bewonderde en betreurde stap onbesproken.
Maar Prof. Gerretson denkt daar anders over. Die heeft geen last van kiesheid noch om impliciet de draagster van de Kroon in zijn reactionnaire actie te betrekken. Hij heeft niet geaarzeld, gezag en positie van de Kroon te gebruiken voor zijn politieke bedoelingen door in ‘Nieuw Nederland’ te schrijven: ‘Het spreekt vanzelf, dat de stelselmatige afbraak van Koninkrijk en Constitutie de Koningin met diepe smart moet hebben vervuld’ en aan die smart haar stap te wijten. Anders dan wij schroomt Gerretson dus niet zijn, aan de onze tegengestelde, persoonlijke opvatting aan de Koningin in de schoenen te schuiven, en evenmin, om aan die opvatting ruchtbaarheid te geven. Moraal: de progressiviteit is altijd fatsoenlijker dan de reactie en als de eerste de neiging zou krijgen om óók onfatsoenlijk te worden dan is het alleen, omdat de