Boekbespreking
De nieuwe bond der Verenigde Naties
Verzameling van documenten in Nederlandse vertaling ingeleid en toegelicht door Prof. J.H.W. Verzijl
Uitgeverij Vrij Nederland, Amsterdam 1945
Wie over de constitutionele regelingen van den Volkenbond van 1919 alsmede over de hoofdzaken harer praktijk beknopt en volkomen betrouwbaar wil worden ingelicht, zal altijd nog goed doen Verzijls Volkenbondsverdrag met bijlagen, in de bekende wetten-uitgave van den Zwolsen Tjeenk Willink, te raadplegen. En wie de rechtspraak van het Volkenbondshof wenst te volgen, kan niet beter doen dan Verzijls meesterlijke artikelen in het Weekblad van het Recht te lezen; geregeld volgden zij elk vonnis of advies op de voet en menigmaal werden zij ten behoeve der vreemde rechters in een der talen van het Hof overgebracht.
Nauwelijks was het grondverdrag van de Nieuwe Volkenbond, zoals Verzijl de Verenigde Naties terecht eens noemde, vastgesteld, of hij bracht de voornaamste reeds beschikbare constitutionele teksten bijeen in grotendeels eigen en dus goede Nederlandse vertaling, en in hun onderling verband toegelicht door een korte Inleiding.
Achtereenvolgens bevat de bundel drie voorbereidende documenten voor de grote conferentie van San Francisco. Vervolgens het aldaar gemaakte Grondverdrag van de nieuwe Volkenbond alsmede, behoudens een paar door Verzijl toegelichte afwijkingen, het met het statuut van het oude gelijkluidende statuut van het nieuwe Hof. Voorts geeft Verzijl een officiële toelichting op althans twee der vijf essentiële leemten in het grondverdrag, die hij vermeldt. Ten slotte houdt de bundel in de regeling voor de Voorbereidende Commissie, die in het laatst van 1945 te Londen vergaderde en die zou ophouden te bestaan na de verkiezing door de Algemene Vergadering van den nieuwen Secretaris-Generaal.
Onder de vele merkwaardige dingen die Verzijls teksten inhouden, worde hier slechts de aandacht gevestigd op de door de vijf grote mogendheden aan de Conferentie van San Francisco gegeven precisering van het in artikel 27 van het grondverdrag vastgestelde vetorecht dier grote mogendheden bij belangrijke besluiten in de Veiligheidsraad. De vergelijking, welke die precisering maakt tussen de oude Volkenbond, waar voor belangrijke Raadsbesluiten eenparigheid van stemmen vereist was, en de nieuwe Volkenbond, die zich met een stemmenmeerderheid tevreden stelt, mits er vijf groten tot die meerderheid behoren, doet, rekenkundig beschouwd, inderdaad de nieuwe Bond als een vooruitgang zien. Maar toch betreft het hier een logica, die weinig overtuigende kracht bezit. De wijze immers waarop