een nummer van De Gids van voor den oorlog een landverrader had genoemd. Daarop zou elke interventie, tot zelfs van hooge instanties uit neutrale landen zijn blijven afstuiten. Persoonlijk zal hij inzake den dood van een onzer eerste vaderlanders, over wiens lot hij persoonlijk heeft beschikt, moeten worden berecht. Wáár anders dan in het land waar hij het misdrijf heeft begaan?!
* * *
Volgens krantenberichten heeft Mr. Donker den Minister van Justitie om inlichtingen gevraagd naar aanleiding van Mussert's bewering dat de N.S.B.-beurs indertijd vooral van uit Indië gespekt werd. Mr. Donker wilde weten of dit juist was en, zoo ja, wie de geldschieters waren. Met spanning wordt het antwoord op deze vragen tegemoet gezien. Het valt te betreuren, dat het rechtsgeding zelf geen licht heeft doen opgaan over den achtergrond en het stoffelijk aspect van Mussert's bezoek aan Indië en vooral ook over de andere dramatis personae, vooral die in de hoogere regionen van het publieke leven daarginds, die met zoo ongeveinsde hartelijkheid het mannetje binnenhaalden. Nu dit niet is geschied, spreken wij de hoop uit, dat de Minister in de vragen van Mr. Donker aanleiding moge vinden een grondig onderzoek te doen instellen en de uitkomst daarvan zonder eenige terughouding openbaar te maken. Het betreft hier een zeer ernstige zaak, waarover ons volk het recht heeft de volle waarheid te weten.