rechten onder Houwink, Conrad, Treub, van Hamel en filosofie bij Bellaar Spruyt. Hij vatte het plan op om bij van Hamel te promoveren over de zin der vergelding. Eerst in 1921 is het werk gereedgekomen en heeft de promotie onder Kranenburg plaatsgehad. Polak ging in dat werk eigen wegen. Van de destijds prevalerende beveiligings-theorie inzake de straf had hij zich los gemaakt en gekozen voor de ethische vergeldingsgedachte. Op de bizondere betekenis van deze opvatting der straf in verband met het determinisme is onlangs door M.P. Vrij in het Tijdschrift voor Strafrecht gewezen.
Na zijn doctoraalexamen in de rechten was Polak teruggekeerd naar Steenwijk, waar hij zich in de ouderlijke woning aan verdere studie wijdde en juridische adviezen gaf. In 1912 weer in Amsterdam gaf hij zijn boek ‘Kennisleer contra materie-realisme’ uit, een bestrijding van het materialisme, opgezet in Kantiaanse geest. Kort daarop werd hij privaat-docent aan de universiteit van Amsterdam, eerst in de kennisleer, later ook in de metafysica en ethica. Dit was de tijd van zijn geroemde Zaterdagmiddagcolleges, die talrijke enthousiaste toehoorders, zowel studenten als minder ontwikkelden trokken. Boeiend zonder oppervlakkig te zijn en van een geleerdheid, die van alle dorheid vrij was, werd hij de vereerde meester van allen die naar verdieping van inzicht zochten. Zijn zeldzame gaven kwamen ook ten goede aan de Amsterdamse Vereniging voor Wijsbegeerte, die onder zijn voorzitting in de jaren '20 tot '29 bizonder gebloeid heeft. Wie in die tijd haar werkzaamheden volgde, herinnert zich even dankbaar de verscheidenheid van binnen- en buitenlandse sprekers als de toegiften waarmee de voorzitter, met groot gemak aan ieder in diens eigen taal om verantwoording vragend, vaak opponerend en soms beamend, steeds zo gul was. Ook het aandeel, door mevrouw H. Polak-Schwarz bij voortduur aan de arbeid van haar man genomen, in het bizonder de gastvrijheid door haar aan sprekers als Stern, Cassirer, Brunschwig, Russel, Husserl en zovele anderen betoond moge op deze plaats dankbaar worden vermeld.
Via de verdieping der strafrechtproblemen was Polak tot de wijsbegeerte gekomen. Na het aftreden van van der Vlugt te Leiden werd hij in 1925 benoemd op diens plaats en werkte als bizonder hoogleraar in de wijsbegeerte des rechts. Het na zijn promotie in de