Hussietenliederen
(Historisch overzicht)
In den zomer van 1415 werd Johannes Hus als aartsketter tot den vuurdood veroordeeld door het concilie, te Constanz verzameld, niettegenstaande keizer Sigismund hem bescherming had beloofd. Hus was verschillende meeningen toegedaan van John Wyclif, een Engelsch hervormingsgezinde uit de 14de eeuw.
Luther heeft in de 16de eeuw de groote daad der Reformatie volbracht: uitschakeling van den priester; geen middelaar tusschen den god van het oude en nieuwe Verbond en de menschen. Ook Wyclif en Hus huldigden deze gedachte, toen nog niet gerijpt tot daad, deze gedachte, die wortelde in de verre tijden van den apostolischen eenvoud der eerste Christenen, toen predikte, wie de Charisma, de gave, in zich voelde.
Maar de Moederkerk was de bezitster bij uitnemendheid geworden door allerlei oorzaken. De keizer, de vorsten, keken haar, onwillig, naar de oogen. De keizer schond zelfs zijn woord uit vrees voor haar.
Hus had gedoceerd aan de Prager universiteit. De Wyclifsche denkbeelden kwamen in de hoofden en harten zijner hoorders en namen daar Tsjechisch nationale kleuren aan, hetgeen niet te verwonderen is in dit tijdperk van formatie der nationale elementen in Europa, vooral van de nationale litteraturen. Al spoedig, in de 16de eeuw, zou het nationale element zich ook op politiek gebied sterk manifesteeren.
Maar hier in Bohemen vond een locale vervroeging plaats, een soort experiment. De tijding van Hus' vlammendood wekte in Bohemen de meest hartstochtelijke verbittering en leidde tot de ontzettende Hussietenopstanden, vooral toen na den dood van Wenzel, koning van Bohemen, zijn broer Sigismund, de keizer, hem opvolgde (1419). Deze opstanden zijn eindelijk bedwongen, doordat de traditioneele Machthebbers van de onderlinge verdeeldheid der Hussieten profiteerden. Een overzicht van de verschilpunten zou te ver voeren. Alleen dit nog.
De radicalen, die onder hun voornaamsten leider, Johan Ziska von Trocnow, op den berg Tabor hun grootste legerplaats hadden, verwierpen alle kerkelijke instellingen, die niet letterlijk uit de H.S. waren te bewijzen, vernietigden het priesterambt onder hen en wachtten in fanatieke spanning den ‘Dies irae’, den Dag des Toorns, den dag van het laatste Oordeel, af.
Die radicalen werden gevormd door de landelijke bevolking en de onderste lagen der stadsbewoners. Zij knoopten aan bij den Bijbel voor hun inrichtingen. Dat bewijst o.a. het geven van Bijbelnamen, b.v. ‘Tabor.’ Uit het O.T. zogen zij hun haat, die hen ten slotte zelf verteerde.
Ook dit pogen naar democratische verwerkelijking op politiek gebied, naar communisme op sociaal gebied, waar zij particulier eigendom als zondig verklaarden - ook dit trachten deze ruwe haters, die soms omschenen waren van het zuiver teere licht der Christenheid uit den groeitijd, vurig, jong en teeder toen - ook dit pogen was nog slechts een locaal verzet en ten slotte bleek het een misgeboorte.
Eerst het jaar 1431 bracht de volkomen onderdrukking van de opstanden.