ons lijden vergaten. Wij begrepen niet, hoe de menschen op straat zoo luidruchtig konden schertsen en vroolijk zijn, als wij voorbij liepen: was onze smart niet als een donkere wolk om ons heen? - En dagelijks, elk oogenblik van den dag, gaan wij glimlachend, met sereen gemoed langs smarten, die de onze duizendmaal overschaduwen....
De onvolkomenheid van onze macht om de gewaarwordingen van anderen zuiver mee te voelen is een der grootste weldaden, die het leven biedt. Zonder deze ware alle bestaan ondragelijk: wie zou de smart kunnen doorlijden van tien willekeurige menschen uit zijn omgeving, zonder vernietigd te worden?
* * *
In sommige gevallen is er iets als een collectief gevoel, worden een zeker aantal menschen, behoorende tot een of anderen kring, allen ongeveer gelijkelijk bewogen door dezelfde ontroering, in opwinding gebracht door dezelfde affecten.
Het ontstaan dezer gevoelens is secundair: ze zijn eerst mogelijk als het primaire gevoel van saamhoorigheid aanwezig is.
Door de geschiedenis heen zien we dit primaire gevoel steeds grooter en grooter groepen omspannen en het nationalisme is een van zijn hoogere fazen.
Het socialisme is schijnbaar bezig, dit gevoel te verplaatsen naar internationale klassegroepen, maar het zou half werk doen, als het niet verder doelde. Want in de samenleving, waarnaar het socialisme streeft, zullen niet alleen de grenzen der landen, maar evenzeer de grenzen der klassen worden uitgewischt en allen worden opgenomen in één groote broederschap, vereenigd in één onmetelijk gevoel van wereldsaamhoorigheid....
Maar in die ontzaggelijk ver ontwikkelde samenleving zal ieder individu weer staan met z'n eigen gevoelsleven als op een eiland in den oceaan, en met z'n onvolmaakte voelhorens, die anderer zielsbeweeg alleen met begrip kunnen overtasten (en dan nog slechts in zooverre z'n eigen gevoels-ervaringen analoog aan die van den ander zijn) zal hij tastend uitgaan, verlangend, naar anderer leven, maar zijn gevoel in dieper zin blijft onbewogen voor het eindelooze leed, voor de goddelijke vreugden om hem heen.
* * *
Een idealist is iemand, die bij voorkeur strijdt voor begrippen en droomen, welker verwezenlijking hemzelf geen voordeel kan opleveren. En de brave wereld, die meer practische beginselen belijdt, vindt het schouwspel van zijn werkzaamheid onzedelijk. In het gunstigste geval noemt zij hem een gek.
* * *
Toch is, diep in het verborgenst bewustzijn ook van de grofste, meest egoïstische ploert, een groot geloof en een onuitroeibare eerbied voor de door hem in het dagelijksch leven verachte en bespotte idealist.