looze massa, een trieste slaventroep, die gemakkelijk door de heerschende klasse te regeeren viel en op te hitsen tegen de eerste strijders voor het socialisme, is nu gevormd een strijdbaar leger, goed gedisciplineerd, de blijde flonkering van een heilig idealisme in de oogen der strijders. Ze leven niet meer in de diepe ellende van weleer. Hun verstand is gescherpt, hun gevoelen verdiept, ze zijn zich zelf bewust geworden van wat hun nog ontbreekt. Eenigszins hebben ze reeds deel aan wat vroeger alleen en uitsluitend tot de voorrechten der bezittende klasse behoorde. Eenigszins; zeer weinig, maar genoeg om te weten, waarvóór ze verder te strijden hebben.
Eertijds was het nog diepe, zwarte nacht, door geen lichtstraal verhelderd, en slechts enkele stille stemmen waagden het te fluisteren van den blijden dag, die komen zou. - - - - - - - - - - -
Nu staren wij, jongeren, reeds hoopvol naar het blijde licht dat aan den wijden horizon aangloeit en ons de spoedige komst belooft van den stralenden dag van het Socialisme. - - - - - - - - - -
Toen de geschoolde, geharde, ervaren strijders en leidslieden van thans, gelijk wij nu, als jongeren stonden in het leven en traden in den strijd, moest het proletariaat nog veroveren op starre en hartelooze tegenstanders de meest elementaire levensbenoodigden. Het moest allereerst nog genoeg te eten bekomen!
Nu zijn deze eerste levensbenoodigdheden verkregen, in en door den strijd voor het Socialisme.
En de tot standkoming van de wet op den achturendag zij ons, jongeren, een teeken van het afsluiten van een bepaald tijdperk en het intreden van een nieuw.
Na langen en zwaren strijd heeft de arbeidersklasse zich nu weten te veroveren den noodzakelijken vrijen tijd. Niet meer, als een slaaf, den ganschen dag geklonken aan zwaren, geestdoodenden arbeid, zal zij nu gaan betreden het veld van wetenschap, van kunst, van al wat onze tegenwoordige beschaving ons geven kan, en wat tot nog toe slechts genoten werd door een kleine klasse van maatschappelijk bevoorrechten. Zij zal voorlichting behoeven; haar zal de weg gewezen moeten worden, hoe te genieten van wat nu haar eigendom worden gaat, maar al zeer spoedig zal zij die weten, en zal ze grijpen naar meer, steeds meer, en zal haar geheele onweerstaanbare kracht gericht worden op de verkrijging van die maatschappij-inrichting, die alleen geven kan het grootst mogelijke geluk aan het grootst mogelijke aantal: de socialistische!
Deze wet luidt in de komst van het Socialisme! -
De ouderen deden het proletariaat ontwaken, zijn ketenen slaken, en voerden het uit de donkere holen der dienstbaarheid het gouden licht van de vrijheid tegemoet. De grootste hinderpaal voor de komst van het Socialisme is gevallen. Aan ons, jongeren, het nu blijde tegemoet te: gaan, frisch en krachtig en met vreugde in 't gemoed. Aan ons haar pad te effenen en te bestrooien met fleurige bloemen! -
Dat de jongeren dan hun taak begrijpen! -
A. 20. 7. 1919.
G.J. Zwertbroek.