Gebrek aan hoogmoed is de ergste fout, die een kunstenaar zou kunnen aankleven. Maar gelukkig is dit een fout, die in het artiestenkarakter nog nooit voorkwam.
* * *
Een jong kunstenaar, die in zijn rijke momenten van zelf-bewustzijn niet meent, een Shakespeare of een Balzac, een Rembrandt of een Leonardo da Vinci, een Beethoven of een Mozart, een Michel Angelo of een Rodin te zullen worden, zal eenmaal tot de ontdekking komen, nooit in waarheid kunstenaar te zijn geweest.
* * *
Elk artiest, ook de jongste en totaal onbekende, bedenkt van tijd tot tijd, hoe jammer het is, dat hij z'n toekomstige biograaf niet zelf kan inlichten.
Als hij door een wonderlijk toeval hiertoe in de gelegenheid was, zou men verzekerd zijn van een rijk en - fantastisch levensverhaal.....
* * *
Als het waar is, dat de man meer in het verstand, de vrouw meer in het gevoel beteekent, dan is het zonder meer duidelijk, dat in den kunstenaar veel vrouwelijks aanwezig is. In zijn wezen hebben verstand en gevoel zich tot een ideaal amalgama vereenigd, en het is daaruit alleen, dat een zuiver kunstwerk kan opgroeien.
* * *
Ook in de kunstenares is deze tweeledigheid, dit vreemde dubbelwezen levende. In nog erger mate dan voor haar mannelijken lotgenoot, is dit dualisme een gevaar voor haar rustig levensgeluk.
Omdat in den man het verstand de macht behoudt en hem voert tot wijsheid, die rust brengen kan, maar in de vrouw het gevoel het hevigst werkzaam blijft en haar veelal voert tot een opstandigheid, die haar de laatste resten van het eenmaal gedroomde geluk rooft.
* * *
De kunstenaar is onvoorwaardelijk subjectief in al. zijn beschouwingen. Met welken schijn hij zijn werk ook omgeeft, hij kent en erkent alleen zijn eigen, rijke, Ik en meet alles dááraan af.
* * *
Geen kunstenaar ter wereld heeft in wezen ooit iets anders beschreven dan zichzelf.
Daaruit volgt, dat in hem een eindeloos aantal van de meest uiteenloopende en tegenstrijdige persoonlijkheden levend aanwezig zijn, en beurtelings worden opgeroepen uit hun latenten staat door de innerlijke, mystieke scheppingsmacht, die hem in zijn schoonste oogenblikken meer overheerscht, dan dient. - Welke van die persoonlijkheden hij in het dagelijksch leven uitleeft, is meest een kwestie van toeval of omstandigheden.
* * *