Visions in Blue
Frans Kellendonk als Bob Dylan-fan
Jaap Goedegebuure
Onderstaande tekst biedt een voorproefje van de biografie van Frans Kellendonk (1951-1990) die ik voornemens ben binnen drie à vier jaar te voltooien. Behalve uit map 160 van het Kellendonkarchief, bewaard in de Leidse universiteitsbibliotheek, put ik hier ook uit de door Oek de Jong en mij bezorgde uitgave van Kellendonks brieven, die in 2015 verschijnt.
Een biograaf, lezen we in Sem Dresdens studie Over de biografie (1956, tweede druk 2002), moet laveren tussen twee uitersten: afstand en vereenzelviging. Ter wille van het te reconstrueren levensverhaal is distantie tot het personage cruciaal. Maar om dat personage tot leven te wekken is ook een zekere mate van identificatie nodig. Je moet dus, zoals Dresden aanbeveelt, je onderwerp niet alleen ‘hebben’, maar ook ‘zijn’.
Een paar jaar geleden, toen ik het plan om een biografie van Frans Kellendonk (vooral bekend van zijn romans
Letter en geest en
Mystiek lichaam) te schrijven nog niet had omgezet in een definitief besluit, beleefde ik een moment van intense vereenzelviging. Dat was toen ik in Kellendonks nagelaten papieren, bewaard in de Leidse universiteitsbibliotheek, een aantal door hem vertaalde songteksten van Bob Dylan vond. Twee dateren uit Dylans beginperiode, twee andere uit het midden van de jaren zestig, de tijd van de albums
Bringing it all back home (1965),
Highway 61 revisited (1965) en
Blonde on blonde (1966), volgens velen het absolute hoogtepunt in de carrière van de legendarische singer-songwriter.
Bringing it all back home markeert zijn aanvankelijk fel bekritiseerde overgang van folkmuziek naar blues en rock en toont hem in zijn kwaliteit van de bevlogen jonge dichter die de ambitie koesterde om in de sporen van William Blake en Arthur Rimbaud te treden. De
De gymnasiast Frans Kellendonk, circa 1968.
Collectie familie Kellendonk.
twee volgende albums waren het resultaat van een creatieve eruptie zonder weerga in de geschiedenis van de popmuziek en hebben op de ontwikkeling van die popmuziek een enorme invloed gehad.
Hoewel ik als zestienjarige een groot bewonderaar van de folk- en protestzanger (‘Blowin' in the wind’, ‘The times they are a-changin’) was, een grote foto van hem in mijn kamer had hangen, poëzie in zijn trant schreef en een zingbare vertaling maakte