Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 33
(2015)– [tijdschrift] Nieuw Letterkundig Magazijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
[Nieuw Letterkundig Magazijn Nummer 1]‘Hé, analyseer en deconditioneer een beetje’ (Fons Elders)
| |
[pagina 2]
| |
kunstenaar hier doet, echt doorgronden, dan moet je bereid zijn de gebaande paden van het denken te verlaten. Een geheel nieuwe ervaring van de werkelijkheid kan je loon zijn. Dick Hillenius, bioloog en literator, beschouwde kunst als een zintuigschoonmaker. Duchamp en de andere voormannen van het dadaïsme vonden in de jaren zestig navolgers in bijvoorbeeld de redacteuren van het tijdschrift Barbarber. Zij hadden een voorliefde voor de ready made: een bestaande tekst die, in een ongebruikelijke context geplaatst, vervreemding kon oproepen. Die voorkeur voor de ready made deelden zij met de redacteuren van De Nieuwe Stijl, die waren voortgekomen uit het Vlaams-Nederlandse tijdschrift Gard Sivik. Twee redacteuren van Barbarber, J. Bernlef en K. Schippers, publiceerden ook in Randstad. Uit de kring van De Nieuwe Stijl werkten aan Randstad mee: Hans Sleutelaar, Cornelis Bastiaan Vaandrager en Hans Verhagen. Deze laatste maakte met Wim T. Schippers en Wim van der Linden het geruchtmakende, ontregelende en taboe doorbrekende televisieprogramma Hoepla. Cineast en fotograaf Wim van der Linden droeg foto's bij aan Randstad. Al deze kunstenaars, die in de avant-gardistische traditie staan, voelen zich kennelijk thuis bij Randstad. Dat ligt niet voor de hand, aangezien deze Zestigers zich afzetten tegen de poëzie van de Vijftigers, tot wie Hugo Claus en Simon Vinkenoog behoren. Maar wat hen bindt, is de oriëntatie op de avantgarde. | |
IsoleringNet als Barbarber en De Nieuwe Stijl mikt Randstad op ontregeling. Een blik op het eerste nummer maakt dat duidelijk. Voor ervaren lezers van literair-culturele tijdschriften is er veel vertrouwds. Randstad 1 biedt een staalkaart van belangrijke literaire stromingen uit de jaren vijftig. Zo zijn minimalisme en absurdisme vertegenwoordigd met een eenakter van Samuel Beckett. De nouveau roman komt aan bod met een fragment uit La jalousie van Alain Robbe-Grillet. Het geluid van de beat poets klinkt in een brief van Allen Ginsberg. Natuurlijk is er een essay, van Ethel Portnoy-Kousbroek, over de psychiater Wilhelm Reich, later veelbesproken binnen de tegencultuur.Omslag voorzijde Randstad 5. 1963.
Van links naar rechts: Harry Mulisch, Ivo Michiels, Hugo Claus en Simon Vinkenoog. In de afdeling Kroniek gaat het onder andere over de groeiende acceptatie van seksueel vrijmoedige literatuur en over de Koude Oorlog. Maar ongebruikelijk en ontregelend is dat in dit eerste nummer een inleiding van de redactie ontbreekt. Er is geen overzicht van doelstellingen, geen manifest, geen programma.Ga naar eind4 De teksten staan los naast elkaar, zonder toelichting,Ga naar eind5 geïsoleerd. Dat isoleren is, net als in de tijd van Dada, een veel gebruikte techniek in de beeldende kunst. Zo isoleerde de Zwitserse kunstenaar Daniel Spoerri, die een bijdrage aan Randstad leverde, een ontbijttafel. Hij plakte alles wat op tafel stond, vast en hing het tafelblad aan de muur van een museum. Tussen de internationale coryfeeën treft de lezer in het eerste nummer Louis-Paul Boon aan. Men mag verwachten dat hij, in het gezelschap van experimentele auteurs als Beckett en Robbe-Grillet, met een proeve van eigen experiment komt, bijvoorbeeld een collagetekst. Maar ook dit verwachtingspatroon wordt ontregeld. Boon levert een beschouwing over playgirls. Mass culture dus te midden van high art. Zonder dat expliciet te vermelden levert de | |
[pagina 3]
| |
Omslag achterzijde Randstad 8. 1964.
redactie door het plaatsen van deze tekst een bijdrage aan de dan opkomende discussie over het onderscheid tussen ‘hoge’ en ‘lage kunst’, die zal leiden tot het verdwijnen van The Great Divide.Ga naar eind6 Boon legt uit hoe moeilijk het is de foto's van naakte vrouwen in zijn fenomenale feminatheek op een verantwoorde wijze te ordenen. De foto's die bij zijn tekst zijn geplaatst, veroorzaken een volgende ontregeling van het verwachtingspatroon. Zijn playgirls zijn niet de dames uit Amerika en West-Europa die de lezer kan kennen uit herenglossy's. Het zijn dames van Java, uit Noord-Afrika of Japan, indiaansen en Eskimovrouwen. Ze passen niet in de Playboy, wel in een antropologisch tijdschrift. In latere afleveringen neemt de redactie ook teksten uit de negentiende eeuw op, eveneens geïsoleerd, zonder toelichting. Zo'n tekst is te beschouwen als een ready made, beter nog: een objet trouvé. Gevonden voorwerpen komen in de beeldende kunst van de jaren zestig veel voor. Ze worden geïsoleerd tentoongesteld of verwerkt in assemblages en installaties. Zo'n objet trouvé is Het liefdesconcilie van de Duitse psychiater en avant-gardeschrijver Omslag achterzijde Randstad 9. 1965.
Oskar Panizza uit 1894 (Randstad 7). Het is een toneelstuk in vijf bedrijven, dat zich deels in de hemel en deels aan het pauselijk hof van de familie Borgia rond 1500 afspeelt. God is lichamelijk sterk afgetakeld. De mensen, ook de paus en zijn familie, geven zich over aan uitspattingen. Op de achtergrond is de Florentijnse boeteprediker Savonarola actief, maar de paus zet liever de duivel in om de mensen te vergiftigen. Die gebruikt daarvoor een vrouw. Na de eerste publicatie van de tekst regende het aanklachten wegens godslastering en Panizza kreeg een jaar gevangenisstraf. Door het ontbreken van een toelichting is niet duidelijk waarom de redactie deze tekst heeft opgenomen. Maar de lezer kon er zeker gespreksstof aan ontlenen voor discussies over de ontkerkelijking en de toenemende seksuele vrijheid. Een ander objet trouvé is Over de wijn en de hasjies, de vertaling van Charles Baudelaire's Du Vin et du Haschisch uit 1851 (Randstad 10). Hij roemt de wijn, die troost biedt en de wilskracht verhoogt. De hasj isoleert de mens, sloopt de wilskracht, is nutteloos en gevaarlijk. Deze tekst past goed in de maatschap- | |
[pagina 4]
| |
pelijke discussie over drugs die in de jaren zestig op gang is gekomen. Bart Huges, de vertaler van deze tekst, had geprobeerd bewustzijnsverruiming te bereiken door een gaatje in zijn schedel te boren. Redacteur Simon Vinkenoog koos daarvoor een andere weg. Hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens drugsbezit. | |
Herhaling met variatieEen tweede techniek die Randstad toepast om verwachtingspatronen te doorbreken, is de herhaling met variatie. Deze is bekend uit diverse vormen van lage en hoge kunst. In hun films belanden Laurel en Hardy, bewonderd door de redacteuren van Barbarber, vaak in een netelige situatie die zich ook al eerder in de film heeft voorgedaan, maar, in strijd met wat de argeloze kijker verwacht, gebeurt er net iets anders dan die vorige keer. In de bundel 128 vel schrijfpapier (1967) spelen C. Buddingh' en K. Schippers met verwachtingen. Zo publiceert Buddingh' eerst Geen schaartje en ac13ht bladzijden daarna Geen brilmontuurtje. In beide gedichten is eenzelfde waarneming het uitgangspunt, enkele versregels zijn identiek en de overige formuleringen vertonen veel overeenkomsten. De lezer gaat mee in een bekend patroon en wordt zo op het verkeerde been gezet. In Een leeuwerik boven een weiland van K. Schippers (tweede druk, 1996) treft de lezer op bladzijde 50 achtentachtig stippen aan. Die komen terug op bladzijde 148. De eerste keer luidt het opschrift Te weinig, de tweede keer Te veel. In Randstad komen zulke herhalingen met variatie ook voor, niet binnen één aflevering, maar wel binnen de reeks als geheel. In Randstad 2 interviewt de Italiaanse schrijver Alberto Moravia filmster Claudia Cardinale. Hij benadert deze diva als een object. In de opening zegt hij: ‘Sta me toe dat ik je terugbreng tot een voorwerp’.Ga naar eind7 Hij neemt haar hele anatomie door met vragen als: ‘En nu je ogen. Ze zijn zwart, niet?’Ga naar eind8 De intellectueel Moravia, representant van de hoge cultuur, komt hier star en rigide over, terwijl zijn uit de lage cultuur afkomstige gesprekspartner genuanceerd en relativerend antwoordt. De gangbare verhoudingen zijn omgekeerd. De herhaling met variatie, die de verwachtingen van de lezer doorkruist, doet zich voor in RandstadOmslag voorzijde Randstad 11-12. 1966.
7. Patrick LindermohrGa naar eind9 interviewt de stripteaseuse Rita Renoir, leading lady van de Crazy Horse Saloon in Parijs. In de hiërarchie van de lage cultuur staat de striptease lager dan de film. De vrouw is er een lustobject. Lindermohr zou dus de benadering van Moravia, eventueel in versterkte vorm, kunnen overnemen. Maar de lezer die dat verwacht, komt bedrogen uit. De vrouw wordt nu niet gereduceerd tot een voorwerp. Patrick Lindermohr spreekt op een journalistieke manier met Rita Renoir over onder andere de opbouw van een dans, cerebrale erotiek en de reacties van mannen en vrouwen op striptease. In Randstad 3 staat een nogal verrassende bijdrage van Cees Nooteboom: Iedereen twist. Het is de tekst van een popliedje - maar dat staat er niet bij - met zinsneden als: ‘Je wordt er mal van. Whau. / Iedereen, iedereen twist. / Je wordt er gek van. / In de regen of in de mist, / Iedereen, iedereen twist. Whau.’Ga naar eind10 Er is, zoals te verwachten, geen toelichting van de redactie. Show, don't tell, lijkt het motto. In Randstad 8 is Nooteboom opnieuw met poëzie van de partij. Ook deze keer presenteert de redactie zijn bijdrage geïsoleerd, | |
[pagina 5]
| |
‘Manifest tegen niets’. Randstad 11-12, p. 309.
zonder commentaar. De lezer die misschien een nieuw stukje Nederlandse pop verwachtte, ziet zich geconfronteerd met een reeks Gesloten gedichten, hermetische poëzie van het soort waarmee Nooteboom in de jaren vijftig bekend werd. Lage en hoge cultuur worden op dezelfde manier gepresenteerd. | |
TegencultuurLeg Randstad 11-12 uit 1966 naast de eerste aflevering uit 1961 en het is snel duidelijk welke culturele veranderingen in de eerste helft van de jaren zestig op gang zijn gekomen en hoe die hun weerslag hebben gehad op dit tijdschrift. Nummer 1 heeft een artistieke foto op de omslag, van een sumoworstelaar. De keuze voor een sport laat zich interpreteren als toenadering vanuit de hoge tot de lage cultuur, al behoort het sumoworstelen wel tot een eeuwenoude traditie in de Japanse cultuur. De omslag van nummer 11-12 roept veel minder vragen op: het is een tekening in psychedelische stijl, kenmerkend voor de flowerpower. De eerste tien afleveringen van Randstad hebben geen titels; nummer 11-12 vermeldt, verwerkt‘Einde’. Randstad 11-12, p. 311.
in de afbeelding op de omslag: Manifesten en manifestaties 1916-1966. Samensteller Simon Vinkenoog hecht kennelijk aan duidelijkheid. Was nummer 1 nog grotendeels gevuld met fictie van vooraanstaande auteurs, in het dubbelnummer zoekt de lezer tevergeefs naar toneel, een kort verhaal of een romanfragment. Er is wel poëzie, maar met een revolutionair karakter. De inhoud bestaat echter hoofdzakelijk uit manifesten en programmatische teksten van diverse groeperingen die radicale veranderingen in de maatschappij en/of de kunst nastreefden. Dit dubbelnummer is het eindpunt van twee tendensen in Randstad door de jaren heen. Geleidelijk was er minder aandacht voor fictie en meer voor non-fictie. In dit nummer domineert de non-fictie. Daarnaast heeft de politieke component een metamorfose ondergaan. In het begin leveren erkende deskundigen doorwrochte beschouwingen over politiek. Door teksten als die van Panizza en Baudelaire te publiceren kiest de redactie voor minder afstand tot het maatschappelijke debat: de lezer krijgt munitie voor lopende discussies. Nog meer | |
[pagina 6]
| |
activisme komt er in nummer 11-12: de manifesten kunnen nieuwe discussies aanzwengelen. Ondanks de duidelijkheid die wordt gecreëerd door de omslag met titel, is de deconditionering gebleven. Veel teksten en foto's uit de bonte verscheidenheid in dit dubbelnummer staan op zich, zonder toelichting, geïsoleerd. De lezer/kijker krijgt alle ruimte voor eigen interpretaties. Net als in assemblages uit de pop art werkt Vinkenoog graag met ongewone combinaties, die vragen kunnen oproepen. Zo volgt op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens een pleidooi van de Schots-Italiaanse schrijver Alexander Trocchi, een ideoloog van de tegencultuur, voor een internationale beweging die met een nieuw gebruik van wetenschap en kunst de wereld moet redden. Ook gebleven is de combinatie van lage en hoge cultuur, die kan ontregelen. Zo kan de lezer zich afvragen waarom er tussen al die manifesten en intellectuele beschouwingen een foto is geplaatst van de Amsterdamse beatgroep The Outsiders, met een briefje van Wally Taks, de zanger van deze groep, over Engelse elpees en Amsterdamse uitgaansgelegenheden die hij goed vindt. | |
BesluitDe vier redacteuren opereerden steeds minder als kwartet. Vandaar dat Vinkenoog dit nummer geheel zelfstandig heeft samengesteld. Ook Randstad 13 was een eenmansproject, en wel van Hugo Claus. Leg nummer 1 ernaast en de overeenkomsten blijken zeer groot. De aflevering bestaat hoofdzakelijk uit buitenlandse literatuur. Er is een essay, over zelfmoord, van de Roemeens-Franse filosoof Cioran, dat geen directe relatie heeft met de jaren zestig. De enige tekst die wel met de revolutionaire ontwikkelingen in dat decennium in verband staat, is de verklaring van de gevangengenomen Franse schrijver Régis Debray voor de krijgsraad in Bolivia. De comeback van het tijdschrift heeft niet geleid tot een revival. Met de kennis van nu is dat niet moeilijk te verklaren. Randstad paste bij het turbulente deel van de jaren zestig. Het tijdschrift schonk aandacht aan belangrijke internationale ontwikkelingen in kunst en politiek, terwijl de meeste media vooral op het binnenland waren gericht. Het publiceerde pittige teksten uit heden en verleden die deelnemers aan het maatschappelijke debat konden inspireren. Door de deconditionering stimuleerde het de lezer om buiten de gangbare patronen te denken. Rond 1970 is er veel minder behoefte aan een literair-cultureel tijdschrift van deze signatuur. Veel meer media dan in 1960 besteden aandacht aan internationale politiek, onder andere door de oorlog in Vietnam. Goedkope reeksen als de Literaire Reuzenpockets hebben recente buitenlandse literatuur voor een breed publiek toegankelijk gemaakt. De progressieve lezer vindt in de boekhandel een uitgebreid scala van revolutionaire publicaties. Laurel en Hardy komen vaak op de televisie. De waardering voor pop art groeit. Aan deconditionering raakt men gewend. Randstad heeft zijn functie vervuld. |
|