Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 32
(2014)– [tijdschrift] Nieuw Letterkundig Magazijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 97]
| |
Johan Polak (1928-1992)
| |
Taak biograaf‘Het gaat om de poëzie meneer Hilberdink’, probeerde een verontruste lezer mij met stemverheffing duidelijk te maken na een lezing over mijn boek. ‘Nee, het gaat om het persoonlijke leven’, protesteerde ik, en daarin speelde voor Hans Lodeizen seks een uitermate belangrijke rol. Het is deze balans in zijn leven waarvan ik in mijn biografie verslag heb gedaan. Dat de poëzie in deze biografie uiteraard, zij het op gepaste wijze, aan bod komt, verloor een aantal door seks verblinde lezers blijkbaar uit het oog. In de inleiding op mijn biografie van de dichter en essayist Paul Rodenko wees ik erop dat uitvoerige analyses van gedichten in een biografie niet thuishoren.Ga naar eind2 Het is de taak van een biograaf een historische en psychologische context te schetsen die verheldert waarom iemand in verschillende fasen van zijn leven bepaalde gedichten heeft geschreven. Dat is ook mijn uitgangspunt bij de Lodeizen-biografie geweest. Dat die context grotendeels door de zoektocht naar zijn seksuele identiteit werd bepaald, is voor de biograaf een gegeven en voor een aantal lezers blijkbaar een gruwel. | |
[pagina 98]
| |
Ook in mijn nog te verschijnen biografie van Johan Polak (1928-1992) speelt seks een belangrijke rol. Johan Polak was een van de oprichters van uitgeverij Polak & Van Gennep en jarenlang eigenaar van de gerenommeerde Athenaeum-boekhandel op het Amsterdamse Spui. Als telg uit een schatrijke familie - zijn grootvader was de eigenaar van de essencefabriek Polak & Schwarz - zette hij een deel van het familiekapitaal in voor de uitgave van de grote werken uit de klassieke en moderne Europese letterkunde. Daarnaast publiceerde hij in dagbladen en tijdschriften essays over het Europese fin de siècle, de klassieke letterkunde, het boek als cultureel fenomeen, homofobie en het jodendom. Een aantal werd gebundeld in Bloei der decadence (1991) en Het oude heden (1992). Er is een mooi beeld te schetsen van Johan Polaks bijdrage aan het behoud van het Europees cultureel erfgoed en van de rol die literaire teksten hebben gespeeld bij de ontdekking van zijn seksuele gerichtheid. Tijdens een lezing vertelde hij bijvoorbeeld dat hij en ‘zijn medegevoelsgenoten’ in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog op zoek waren naar ‘menselijke modellen, liefst schrijvers, ter identificatie, om ons naar hen te richten’. Als homoseksueel leek je in die tijd helemaal alleen te staan. Hans Lodeizens werk vervulde voor hem die functie, net als de versregels van de onbekend gebleven dichter Marc de Jonge die in het studentenblad Propria Cures van 17 maart 1950 waren verschenen: Ik heb de mond
- de verboden mond -
de mond van mijn vriend gekust,
ik heb aan het hart
- het verboden hart -
aan het hart van mijn vriend gerust.
Johan Polak in 1958. Archief Rob Polak.
tijdschriften uit de homoseksuele subcultuur durfde hij veel te vertellen over zijn erotische fantasieën en praktijken. Als biograaf zal ik hem in zijn openheid volgen in de beschrijving van zijn ‘volledige’ leven, niet in de laatste plaats om hem te kunnen begrijpen. Bovendien zou ik door onvolledig te zijn over zijn seksleven van weinig respect blijk geven en hem postuum veroordelen voor het meest persoonlijke deel van zijn bestaan. Een biograaf mag nooit op de stoel van de zedenmeester gaan zitten! In een speciaal aan Johan Polak gewijd nummer van De Parelduiker, dat zes jaar na zijn dood verscheen, is reeds ingegaan op zijn ‘seksueel mecenaat’, zijn belangstelling voor de zelfkant van de samenleving en zijn ‘promiscue levenswandel’. Er wordt bijvoorbeeld verhaald over schrijver Hans Plomp dat hij een maandbijdrage ontving omdat hij bereid was Johan Polak seksuele diensten te verlenen. Op deze verhalen kwamen vergelijkbare reacties als op mijn Lodeizen-biografie. Een van zijn vroegere literaire vrienden reageerde op deze ‘onthullingen’ in De Parelduiker bijvoorbeeld met de opmerking dat dit niets te maken had met zijn werk als uitgever. Hij | |
[pagina 99]
| |
Johan Polak in 1989. Foto Rik van Dam.
was ervan geschrokken: ‘Ik ervoer het als een indiscretie die meer zegt over de “onthuller” van deze details dan over Johan Polak.’Ga naar eind3 | |
Sans scrupulesHet ligt met Johan Polaks seksualiteit allemaal wat genuanceerder dan in De Parelduiker is geschreven, en de behandeling verdient een bredere maatschappelijke context. Zijn actieve seksuele leven speelde zich af in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw. Het waren de jaren van de seksuele bevrijding, ook voor homoseksuelen. Een nieuwe wereld met bars en publieke manifestaties ging voor hen open. In 1971 werd Artikel 248-bis afgeschaft, waarvoor Johan Polak als bestuurslid van het coc zijn uiterste best had gedaan. In dit klimaat werden seksuele grenzen opgezocht waarover in een biografie sans scrupules verteld dient te worden. Het zegt niet alleen iets over de persoon Johan Polak, maar ook over de tijd waarin hij werkte als uitgever en boekhandelaar in het hart van Amsterdam en zag hoe seksuele normen veranderden. Dat gebeurde allemaal een kleine vijftig jaar geleden en een groot aantal personages in Johan Polaks biografie is nog in een leven. Er is daarom voor mij een ‘beperking’ bij het beschrijven van zijn tijd en leven. Over zijn seks zal ik eerlijk zijn, niet over de mensen die nu nog in leven zijn, tenzij ze zelf uitdrukkelijk toestemming daarvoor hebben gegeven. Hun privacy dient gerespecteerd te worden. Het is voor een biograaf de grootste opgave daarmee goed om te gaan en toch het eerlijke verhaal over zijn held te vertellen. koen hilberdink is werkzaam als hoofd Genootschap bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen in Amsterdam. Daarnaast is hij biograaf. Hij publiceerde biografieën over Paul Rodenko en Hans Lodeizen. Momenteel werkt hij aan een biografie van Johan Polak, over wie hij in 2012 Boekenmanie. De geboorte van Johan Polak als uitgever publiceerde. |
|