Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 32
(2014)– [tijdschrift] Nieuw Letterkundig Magazijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 58]
| |
De egoïstische wereldsheid van moderne juffers
| |
Verfoeilijke bestsellersVan Marxveldts grootouders hadden als arbeiders en handwerkslieden hun brood verdiend. Zijzelf groeide als dochter van een ambitieuze hoofdonderwijzer op in een middenklassenmilieu, zoals zich dat in de laatnegentiende- en vroegtwintigste eeuw in de geïndustrialiseerde West-Europese landen ontwikkelde. Door voortschrijdende industrialisatie, verstedelijking en kolonisatie ontstond er steeds meer behoefte aan onderwijs, waardoor middelbare scholen steeds belangrijker werden. Dat kan de opkomst en het succes van de romans over hbs-jongens | |
[pagina 59]
| |
Cissy van Marxveldt als beroemd schrijfster, begin jaren dertig.
en -meisjes in die tijd verklaren. Bijna al die hbs-romans spelen zich af in een middenklassenmilieu, dat duidelijk van andere klassen wordt onderscheiden, want wie zich als middenklasser wil vestigen en handhaven, moet zich nu eenmaal afzetten tegen zowel lagere als hogere standen. Vooral dat afzetten tegen de lagere klassen is ook in het werk van Van Marxveldt zichtbaar. Zo komt er in de tijdschriftverhalen die Van Marxveldt vanaf 1914 schreef voor tijdschriften als Panorama, De Prins en Morks Magazijn, een groot aantal dienstmeisjes voor. Die praten krom, kleden zich ordinair en misdragen zich in een enkel geval ook op seksueel gebied, of laten zich daartoe verleiden. De hoofdpersoon van ‘Meneertje’, een verhaal uit 1917 in Panorama, is een schlemielig dienstmeisje. Zij heeft het in haar hoofd gezet dat ze met iemand uit een hogere stand wil trouwen. In het Vondelpark wordt ze op een avond aangesproken door een man die zich als heer voordoet, maar dat niet is. Deze pseudoheer neemt haar mee naar een café, hangt een verhaal op over zijn zogenaamde hoge afkomst en doet alsof hij verliefd op haar is. Het meisje trapt erin, en ze maken een afspraak. Maar net als je denkt dat er iets onbetamelijks gaat gebeuren, is het verhaal uit: de bedrieger heeft zijn oog inmiddels op een ander laten vallen en het arme dienstmeisje een blauwtje laten lopen. Het gaat in dit verhaal dan ook niet om seks, maar om de karakteristieken van de lagere standen en hun gebrek aan moraal, op ieder gebied. Van Marxveldts eerste twee romans, Game and Set! (1917) en Het hoogfatsoen van Herr Feuer (1918) spelen zich af in een middenklassenmilieu. Het werk dat ze tussen 1918 en ongeveer 1928 publiceerde, situeerde ze echter in een iets hogere stand. De vader van Joop ter Heul is een rijke bankier, die zich een vrijstaande villa in de buurt van het Amsterdamse Vondelpark kan veroorloven. Daarmee onderscheidt hij zich van de vaders uit de doorsnee bakvisromans, die als huisarts, kunstschilder, notaris of predikant met een in verhouding bescheiden inkomen moeten uitkomen. Uit interviews die Van Marxveldt vanaf het midden van de jaren twintig gaf, blijkt dat ook zijzelf sociaal gezien ambitieuzer was geworden dan toen ze als jonge vrouw als correspondente op een handelskantoor werkte. Na het succes van de eerste twee delen van de Joop ter Heul-serie presenteerde ze zich in het openbaar als echtgenote van een goed verdienende Amsterdamse zakenman; een dame die slechts voor haar plezier - en dus niet voor het geld - vrolijke kinderboeken schreef. Dat laatste was meer dan alleen een aangename fantasie. Van Marxveldts zelfpresentatie als bemiddelde dame hielp namelijk ook de hoon van critici als Menno ter Braak te voorkomen. Die stelden dat vrouwen, als van nature passieve wezens, slechts lectuur konden produceren en met hun verfoeilijke bestsellers de markt voor de echte - lees mannelijke - literatuur bedierven. Van Marxveldts strategie om nog harder dan de critici te roepen dat haar werk met literatuur niets te maken had, werkte. Sommige collega's van Ter Braak lazen haar boeken en bespraken die niet ongunstig. Wel met de nodige slagen om de arm, maar toch. | |
Het woeste type vrouwtjeVan Marxveldt publiceerde niet alleen meisjesboeken, maar ook verhalenbundels voor volwassenen. Ander dan in de meisjesboeken gaat het daarin dikwijls over verliefdheid en overspel, huwelijksproblemen, jaloezie en wederzijds onbegrip tussen echtgenoten. Maar zelfs in deze verhalen komt seks slechts verhuld ter sprake, want ook hier gaat het in de eerste plaats om een maatschappelijk onderwerp, | |
[pagina 60]
| |
zij het niet langer over dienstmeisjes, maar over het reilen en zeilen van de moderne, geëmancipeerde vrouw. In een recensie van Caprices, Van Marxveldts eerste verhalenbundel uit 1922, staat een beschrijving van wat de meeste mensen volgens de anonieme recensent onder een moderne vrouw verstonden: ‘Wij allen kennen het min of meer woeste type vrouwtje, dat naar tennisbanen vliegt, tea-rooms platloopt, graag achterop een motor klautert en 's zomers de Pier van Scheveningen onveilig maakt. Voor wie hard werken moeten, in zorgen zitten, of uitrusten willen van over-vermoeienis zijn die juffers eenigszins irriterend door haar egoïstische wereldschheid.’ Van Marxveldt spaarde ze niet, die types, meldde de recensent, en gaf hen in haar verhalen ‘onmeedoogend zuiver’ weer.Ga naar eind1 Dat klinkt allemaal weinig vrouwvriendelijk, net zo weinig als Van Marxveldts ontkenning van haar schrijversbestaan. Maar het is allemaal complexer dan het op het eerste gezicht lijkt. Anders dan de recensie doet vermoeden, gaat het in Caprices ook over vreemdgaande mannen. Bovendien hadden Van Marxveldts boeken wel degelijk een emancipatoir karakter, zij het slechts tot op zekere hoogte. Kwikzilver, een roman voor volwassenen uit 1926 en Van Marxveldts lievelingsboek, is daarvan een mooi voorbeeld. De hoofdpersoon, een getrouwde vrouw, gaat na het faillissement van haar man in loondienst en vindt daarin zoveel voldoening dat haar huwelijk in gevaar komt. Daarmee sneed Van Marxveldt een nieuw maatschappelijk probleem aan. Nadat vrouwen het kiesrecht hadden verworven en steeds vaker betaald werk gingen doen, vroegen velen van hen zich af hoe je als vrouw een loopbaan - in wezen een ‘mannelijk’ fenomeen - kon combineren met het bijna onverwoestbare ideaal van de ‘ware vrouwelijkheid’, want dat zat, zoals Erica van Boven laat zien,Ga naar eind2 zelfs de geëmancipeerdste vrouwen nog steeds ‘in het bloed’. Hoe kon je geëmancipeerd zijn zonder je, zoals Van Boven schrijft, ‘aan het heersende ideaalbeeld van vrouwelijkheid [...] te onttrekken, omdat daarmee belangrijke privileges moesten worden opgegeven’, zoals liefde, aandacht en zorgLeo Beek, op vakantie in Zuid-Frankrijk, midden jaren dertig.
van een man, en een zekere macht? En welke consequenties had de emancipatie voor het huwelijk? Moest je als geëmancipeerde, getrouwde vrouw je man vrij laten, opdat je zelf ook vrij, maar toch gebonden kon zijn? De spanning tussen emancipatie en het vermeende ‘typisch vrouwelijke’ speelde niet alleen een rol in de romans van Van Marxveldt, maar ook in haar persoonlijke leven. Terwijl zij het ene goed verkopende boek na het andere publiceerde, probeerde Leo Beek zich tevergeefs als zakenman staande te houden. Volgens een familieverhaal ging hij destijds uit frustratie vreemd met een vrouw die het tegendeel was van zijn hardwerkende, zelfstandige en goedverdienende echtgenote. Of dat verhaal klopt weten we niet; er zijn geen bewijzen voor. De vraag naar ‘de waarheid’ is hier echter onbelangrijk. Wat telt, zeker voor een biografie, is dát een verhaal wordt verteld, en waarom het wordt verteld. Dat geldt zowel voor het verhaal over Beeks vreemdgaan, als ook voor Van Marxveldts eigen verhaal over haar sociale status en haar zogenaamde liefhebberij. monica soeting is journal manager van het European Journal of Life Writing, een open access e-journal. Zij is medeoprichtster en bestuurslid van de Europese sectie van de International Auto/Biography Association (iaba) en van het Nederlands Dagboekarchief (nda) en hoopt in 2015 haar biografie van Cissy van Marxveldt te laten verschijnen |