Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 26
(2008)– [tijdschrift] Nieuw Letterkundig Magazijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 60]
| |
Poëziealbum voor intellectuelenArno van der ValkVorig jaar kreeg ik per mail een opvallende uitnodiging. Bert Lever, in het dagelijks leven directeur van het Centraal Bureau voor Genealogie, maar in zijn vrijetijd iemand die het leuk vindt dingen te doen die niet iedereen doet, vroeg of ik een bijdrage wilde leveren aan een eigentijdse versie van een zestiende-eeuws album amicorum. Niet te verwarren met een hedendaags liber amicorum, waar je academische vrienden voor aan de slag gaan en waar er doorgaans te veel van gedrukt worden. Van een album amicorum bestond namelijk altijd maar een exemplaar en je moest er als zelfbenoemd intellectueel eigenhandig voor in de touwen. Het album amicorum dat Lever voor ogen stond, is gebaseerd op een eeuwenoud gegeven. De eigenaar van het album verzamelt bijdragen van vrienden, kennissen, dan wel beroemde tijdgenoten, waarmee hij of zij in contact stond. Of bijdragen van wannabe friends, want in dat opzicht is er met de hyves-vriendenlijst natuurlijk niets nieuws onder de zon. Het album is ontstaan in de periode dat een gedeelte van de studenten zich niet tot een bepaalde universiteit beperkte, maar een academische rondreis door Europa maakte. Het album was hun een trouw metgezel en vulde zich met bijdragen van medestudenten en hoogleraren bij wie ze college liepen. Het genre is ontstaan in Duitsland, maar verwierf in de tweede helft van de zestiende eeuw ook in de Nederlanden een grote populariteit. Deze vriendenalbums bleven tot in de zeventiende eeuw in zwang en na een periode van verval beleefde het album vanaf het midden van de achttiende eeuw een krachtige herleving, wederom vooral in academische kringen maar nu zwierven de studenten niet meer door Europa. De alba waren tot dan toe een liefhebberij voor mannen, maar in de loop van de negentiende eeuw werd het album vooral populair onder jonge meisjes uit de betere kringen die familie, vrienden en kennissen erin lieten schrijven. Zo veranderde het fenomeen volledig van karakter: waar de studenten met zorg uit de klassieke of christelijke traditie citaten kozen en eventueel vergezeld lieten gaan van een opdrachtformule, overheersten in de negentiende-eeuwse albums naast gedichten in de moderne talen allerlei stukjes huisvlijt zoals tekeningen, borduurwerkjes, prik- en knipwerkjes. Vanaf het einde van de negentiende eeuw werd het album langzaamaan een zaak voor schoolmeisjes van allerlei rang en stand en ontstond het ‘poesiealbum’. Uit mijn eigen jeugd herinner ik me dat die meisjesbezigheid op school zo besmettelijk was dat ook jongetjes zich er zonder gêne aan bezondigden. Zo had ieder kind een door naaste familie, schooljuf, schoolvriendjes en -vriendinnetjes een met standaardgedichtjes gevuld en met plakplaatjes versierd album uit de plaatselijke kantoorboekhandel. Had mijn vriend Lever mij uitgenodigd voor een poëziealbum? Nee, hij had het concept afgekeken van de zestiende-eeuwse Europese studenten. Soms verzamelden zij teksten, gedichten en wensen op losse bladen, die later gebonden werden, soms in speciaal daarvoor gedrukte boekjes. Soms ook werden er boeken voor gebruikt die doorschoten waren met blanke pagina's, bijvoorbeeld emblematabundels. De vriend in kwestie kon dan zelf bepalen waar hij zijn bijdrage in het boek plaatste. Vaak koos hij die plek tegenover een pagina waarvan de inhoud hem aansprak. Het vriendenboek werd dus niet zoals bij een poëziealbum maar lukraak van voor naar achter volgeschreven. Geen met witte pagina's doorschoten boek kreeg ik in handen, want zoals gezegd had Bert Lever het plan opgevat een hedendaagse variant van een vriendenboek te maken: een digitale variant. Zo | |
[pagina 61]
| |
plofte er een pdf-bestand in mijn inbox. Dit bestand - door de samensteller consequent basisboek genoemd - bestond uit teksten (en enkele gedichten) die hem naar eigen zeggen na aan het hart liggen of hem ergens aan herinneren. De meeste (maar niet alle) bijdragen zijn van zijn eigen hand. Het zijn maar korte stukjes die meestal een, bij uitzondering twee pagina's van een klein horizontaal A5-formaat beslaan. Ze bevatten vaak informatie over de leuke en wonderlijke zaken waarmee hij in aanraking is gekomen. Veel van die stukjes moet hij op zijn computer gevonden hebben, omdat ik sommige herkende van een uitgebreidere versie. Zo herkende ik het grafschrift op de Bennekomse dominee Hoffman in het basisboek van zijn lemma over Hoffmans vrouw Berendina van Rensinck voor het Digitaal Vrouwenlexicon Nederland. Vanzelfsprekend had hij bijpassende illustraties toegevoegd aan de teksten in het basisboek. In tegenstelling tot de door Europa trekkende studenten speelden tijd en plaats voor Lever geen rol bij het uitnodigen van vrienden om in dit digitale vriendenboek te schrijven. Hij stuurde velen in Europa min of meer tegelijkertijd een blind copy mail met de uitnodiging en het basisboek als pdfbestand. Je hoefde alleen maar iets in een gangbaar tekstverwerkingsformaat te schrijven, eventueel een afbeelding te leveren en aan te geven achter welke pagina je je bijdrage geplaatst wilde zien. Op die manier konden wij - naar analogie van de doorschoten pagina's - zelf een plaats in het boek zoeken. Even lekker bladeren in een reeds bestaand, half gevuld album om te kijken wie al eerder hadden geschreven was er op deze manier niet bij. En als ik er al behoefte toe voelde, kon ik niet afwegen of ik wel geafficheerd wilde worden met de reeds aanwezige scriptoren. Maar waarom zou ik de status van de vriendenkring meewegen als ik zo een vererende uitnodiging krijg? Had het pdf-basisboek niet net zo goed als webpagina's gehost kunnen worden? Zodat ik - geautoriseerd en wel - mijn blanco webpagina had moeten uitkiezen? Nee, dan was het geen album amicorum meer geweest, maar een weblog amicorum. Een veel platter medium, dat bij mij associaties met de veelbezochte digitale condoleanceregisters of rouw-community's oproept. Ik snap Bert Levers behoefte iets in handen te willen hebben. Net als eertijds, bestaat er daarom van dit album amicorum één gedrukt en ingebonden origineel. Waarschijnlijk in een vlaag van nostalgie heeft hij zijn album amicorum laten drukken en inbinden. Beslist hedendaags is wel weer, dat allen die een bijdrage leverden een pdf-exemplaar op cd-rom in een plexiglas cd-boxje kregen. Zo kan ik met acrobat reader toch nog zien wie Lever tot zijn vrienden rekent en wie zich tot zijn vrienden rekenen. Bovendien is zijn album in een keer vol, passend bij de tijdgeest: niet de lange adem van decennialang verzamelen, maar lange halen snel thuis. Hoewel Lever met acrobat writer in de digitale versie natuurlijk naar believen altijd nog pagina's kan toevoegen en schrappen. Rozen verwelken en schepen vergaan. De Koninklijke Bibliotheek bezit met circa 470 (restanten van) alba amicorum c.q. poëziealbums vanaf 1556 de grootste Nederlandse openbare collectie.Ga naar voetnoot* Sinds 1984 wordt gewerkt aan een documentatie-apparaat op alba amicorum van vóór 1800 in openbaar of particulier bezit, die van belang zijn voor de Nederlanden. Dat wil zeggen alba amicorum ofwel aangelegd door personen afkomstig uit het huidige Nederland en België, ofwel aangelegd door buitenlanders die (onder meer) in de Nederlanden inscripties hebben verzameld. Sinds kort hoort het album amicorum van Bert Lever tot die collectie. Niet omdat hij zichzelf of zijn album van belang acht voor de Nederlanden, maar omdat vrienden suggereerden dat het vanwege zijn originaliteit daar thuishoort. Als digitaal album amicorum is het uniek, het enige dat Kees Thomassen, alba-specialist van de KB, kent. Bovendien mag de inhoud er ook zijn. Wij, vrienden van Bert Lever, zijn niet van de straat. Vooralsnog is het album alleen binnen de afdeling Bijzondere Collecties van de Koninklijke Bibliotheek te raadplegen. Maar wellicht in de toekomst ook via de website van de bibliotheek. Ik heb tenminste mijn toestemming daarvoor gegeven, een beetje in de hoop dat zich net als op de lagere school na de knikker- en springtouwbevlieging een digitale albumrage ontwikkelt. |
|