Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 25
(2007)– [tijdschrift] Nieuw Letterkundig Magazijn– Auteursrechtelijk beschermdVan journalistiek naar geschiedschrijvingVan die gevoelde noodzaak is de reeks Mannen van beteekenis een direct en logisch gevolg. Op 27 september 1869 schreef Kruseman aan de Parijse uitgever Hachette: ‘Je me propose de publier au commencement de 1870 un nouvel ouvrage périodique, intitulé Histoires de nos jours.’Ga naar eind18 Het moest een tijdschrift worden, zo schreef Kruseman aan Hachette, met daarin belangrijke biografieën en necrologieën van illustere persoonlijkheden. Volgens zijn biograaf Enschedé: ‘Mannen van beteekenis danken of wijten hun oorsprong aan de belangrijke gebeurtenissen van 1870, toen het uitbreken van den Frans-Duitschen oorlog op staatkundig en militair gebied allerlei grootheden op het toneel bracht, waarin het publiek meer of minder een dadelijk belang moest stellen.’Ga naar eind19 In het korte redactioneel van de boekenreeks schreef de redactie: ‘Personen, wier namen dagelijks in de dagbladen voorkomen, mogen geen vreemdelingen zijn voor de lezers; [...] voor de overigen kan een herinnering van hetgeen zij reeds weten niet dan aangenaam zijn.’ De bedoeling was dus niet om nieuwe gegevens aan het licht te brengen, maar om nog eens te benadrukken wat anderen al over deze belangrijke personen gezegd hadden. Eerlijk werd erbij gezegd dat actualiteitswaarde belangrijker geacht werd dan nauwkeurigheid, met als gevolg dat er nogal wat fouten in de oorspronkelijke teksten in het tijdschrift waren geslopen. Maar deze opmerking blijkt een verkoopargument te zijn, want nu deze biografieën gebundeld waren in een boek, had de redactie er alle fouten uitgehaald. Dus ook de lezers van de periodieke uitgaven moesten deze verzamelbundel zeker kopen! Voorts werd meegedeeld dat het aanvankelijk plan was geweest om alleen levende mannen van betekenis op te nemen, maar gaandeweg was de redactie er achter gekomen dat de echte selectie pas na de dood plaatsvindt. Waarschijnlijk was dit ook een gelegenheidsargument om de boekuitgave actueel te houden.Ga naar eind20 Uit het redactioneel in de eerste boekuitgave van Mannen van beteekenis wordt duidelijk dat journalistiek overging in geschiedschrijving, maar dat proces werd niet toevertrouwd aan historici. Het tijdschrift Mannen van beteekenis verscheen aanvankelijk onder redactie van A. Calisch, colporteur van Nieuwenhuis' Woordenboek voor Kennis en Kunst, en N.S. Calisch, die aan de Amsterdamsche Courant verbonden was.Ga naar eind21 De laatste was in 1861, samen met zijn zwager I.M. Calisch - journalist en schrijver van de biografie van Napoleon iii voor Mannen van beteekenis - ook verantwoordelijk voor het Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal, waarop J.H. van Dale later zijn woordenboek baseerde. Kruseman had A. en N.S. Calisch gevraagd omdat zij ‘geacht konden worden daartoe de nodige bronnen te hebben en die handige stylisten waren’. Maar al snel bleek dat beide heren teveel op de automatische | |
[pagina 23]
| |
piloot werkten en in 1872 werd de leiding toevertrouwd aan H. Tiedeman, redacteur van Het Handelsblad.Ga naar eind22 Tiedeman gaf echter weer een ander probleem. Hij was te traag, te studieus ‘en was voor een uitgever een onhebbelijk man’ omdat hij zich niet aan afspraken hield. In 1874 werd Tiedeman hoofdredacteur van het tijdschrift De Financier. Hij liet Kruseman en zijn tijdschrift zonder enig bericht of antwoord op de vele brieven die hem geschreven waren achter. Kruseman bleef het in journalisiteke kring zoeken. D. Beets (zoon van Nicolaas Beets), werkzaam bij de Haarlemsche Courant, nam vanaf mei 1874 het roer over. Beets deed het anders dan zijn voorganger, hij stelde zich meer op als eindredacteur, zette opdrachten uit en bewerkte de kopij. Al gauw wist Beets zijn uitgever zover te krijgen de redactie uit te breiden, met de oud-predikant N.C. Balsem en H.F. Waller, een collega van Beets bij de Haarlemsche Courant. In 1875 werd Balsem hoofdredacteur. Onder zijn leiding werd de serie een groot succes, zo groot dat ‘mannen van betekenis’ een staande uitdrukking werd.Ga naar eind23 De ontwikkeling van encyclopedie naar biografisch woordenboek naar biografie loopt synchroon met de toenemende aandacht voor het individu in de maatschappij. Halverwege de negentiende eeuw groeit het ik-bewustzijn in de literatuur, de politiek en de media, en daarmee groeit ook de nieuwsgierigheid naar individuen. Biografische tijdschriften zoals Mannen van beteekenis zijn daar een uiting van, als wegbereider van de kritische moderne biografieën van de twintigste eeuw. De actualiteit blijft een argument om steeds weer nieuwe vragen over al beschreven levens te stellen. Oude levens roepen nieuwe kwesties op. |
|