Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 20
(2002)– [tijdschrift] Nieuw Letterkundig Magazijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 57]
| |
Cees van SteijnenIn het Nieuw Letterkundig Magazijn van juni 2002 berichtte G.L. Slieker over ‘Het geheim van Hildebrand’. De schrijver gaat de mogelijkheid na dat Beets het pseudoniem ontleend zou kunnen hebben aan de naam van een slagersknecht, die later de slagerij overnam welke nog steeds in Haarlem is gevestigd op de hoek van de Botermarkt en de Gedempte Oudegracht, hemelsbreed nog geen 100 meter verwijderd van het ouderlijke huis van Beets in de Koningstraat, waar zijn vader een apotheek had.
De mogelijke link tussen Beets en deze slagerij, welke in het midden van de negentiende eeuw door Conrad J. Hildebrand - een man van Duitse komaf - werd gedreven, was eerder gelegd door Jan Tadema in zijn Haarlemsche Jeugdherinneringen, uitgegeven door de Historische Vereniging Haerlem in 1949. In zijn beschrijving van de Botermarkt zoals hij die in zijn jeugd had gekend, noemt Tadema slager C.J.H. Kammeijer, die de winkel van C.J. Hildebrand had overgenomen, en terloops stelt Tadema dan de vraag: ‘Zou de schrijver van de Camera Obscura, die in de Koningstraat woonde, dezen buitennissigen naam als pseudoniem voor zijn boek hebben verkozen?’ Beets zelf zou nooit een aanwijzing hebben gegeven waaraan en aan wie hij zijn pseudoniem heeft ontleend. Ook Beets’ biografen als Dyserinck, Chantepie de la Saussaye en Van Rijn kunnen het pseudoniem niet verklaren. De Haarlemse journalist Wim Helversteijn schreef in 1989 ‘In het voetspoor van Hildebrand, 150 jaar Camera Obscura’ - een stadswandeling door Haarlem - dat Beets zijn pseudoniem wellicht ontleend had aan de figuur van Doctor Hildebrandius uit De Ring van Gyges, door W. Kist, een roman die in 1806 bij de Haarlemse uitgeverij de erven F. Bohn was verschenen. Aan de driedelige Beets-biografie van G. van Rijn uit 1910 ontleende ik de volgende gegevens. Van zijn vijfde tot tiende jaar volgde Beets onderwijs op de voor Haarlemse begrippen bekende ‘Hollandse’ school van meester Prinsen in de Jacobijnenstraat. Daarna wisselde hij van school en werd leerling op de ‘Franse’ school van Leendert Koning in de Zoetestraat, de op dat moment enige ‘bizondere’ school in Haarlem waar ook Frans en Engels werd onderwezen. Na de Franse school volgde Beets het stedelijk gymnasium, de Latijnse school. Over die tijd vertelde Beets als toegift na een lezing over Sir Walter Scott die hij in december 1864 te Haarlem had gehouden. Zijn geboortestad Haarlem noemde Beets ‘my romantic town’, zoals Scott zijn Edinburgh noemde. Het voerde hem terug naar de tijd dat hij met Scott dweepte, ‘tussen mijn zestiende en twintigste levensjaar’. In die jaren was John Ingram Lockhart zijn boezemvriend. De ouders van Lockhart, afkomstig uit Engeland, hadden zich gevestigd te Haarlem en bewoonden ‘Koningsteyn’, een huis aan het Zuider Buiten-Spaarne. De vader gaf onderwijs in de Engelse taal. Met zijn vriend John las de jonge Beets heel intens alles wat Walter Scott en Byron hadden geschreven, en daardoor beheerste Beets de Engelse taal uitstekend. Het eerste proza dat Beets zou hebben geschreven en dat gedrukt werd, was naar aanleiding van het overlijden van Sir Walter Scott op 21 September 1832: ‘Proeve eener hulde aan Sir Walter Scott’. Beets was toen achttien jaar.
Walter Scott. Ets door Wilfred C. Applebey. Edinburgh University Library.
In 1817 verscheen Scotts historische roman Rob Roy, de vierde roman in de reeks | |
[pagina 58]
| |
die bekend zou worden als de Waverley-romans, waarmee hij in 1814 een begin maakte. Historische romans over het Schotse verleden, geïnspireerd door historische figuren die van Scott een letterkundig jasje kregen. Scott schreef de romans onder diverse pseudoniemen, waarvan hij het geheim pas in 1827 prijs gaf. Rob Roy is eigenlijk de Schotse variant van Ivanhoe, beide geesteskinderen van Scott, maar wel geënt op historische figuren. De Schotse Highlands en de clans vormden een ideale enscenering voor patriottistische emoties en sentimenten. Sinds 1707 vormde Schotland met Engeland een parlementaire unie. Tegenover de realisten die met het getij meegingen, zoals de kooplieden, stonden diegenen die vasthielden aan vroeger, en dat zijn in Rob Roy - het verhaal speelt zich af in het Schotland van 1715 - de vrijbuiters als Rob Roy, de schurken als een Rashleigh, en de verarmde plattelandsadel als Rashleighs vader ... Sir Hildebrand Osbaldistone. Als extra anekdote is te vermelden dat als het verhaal begint, Sir Hildebrand in Holland verblijft! Het is een suggestie mijnerzijds dat Beets ‘Sir Hildebrand’ in zijn jeugd is tegengekomen, als adept en bewonderaar van het werk van Walter Scott. Overigens verscheen in 1839 de tiendelige biografie Memoirs of the life of Sir Walter Scott, geschreven door Scotts schoonzoon, J.G. Lockhart. Het zou interessant kunnen zijn de mogelijke familierelatie van de schoonzoon van Walter Scott met de Haarlemse familie Lockhart uit de jeugd van Beets na te gaan. |
|