E.B. de Bruyn boven water
In Nieuw Letterkundig Magazijn 13 (1995), p. 40-45 publiceerde wijlen E.W.A Henssen een artikel over de met veel mystificaties omgeven Heidelberger promotie van F.C. Gerretson - de dichter Geerten Gossaert. Volgens Henssen zou Gerretsons bul spoorloos verdwenen zijn. In een volgende aflevering (NLM 14 (1996), p. 6) wees ik hem er op dat deze bul sinds jaar en dag in de collectie van het Letterkundig Museum berustte, dat er geen sprake van was dat de bul zoek was of zou geweest zijn, en dat de bul altijd voor onderzoek beschikbaar was geweest.
In zijn erkenning van dat feit (NLM 15 (1997), p. 47) bracht Henssen echter vervolgens twee in 1972 geschonken bundels van E.B. de Bruyn (1905-1999) in het geding, die bij het museum op dat moment inderdaad onvindbaar waren. Hoewel het verband met Gerretsons bul niet duidelijk was, kon niet ontkend worden dat er in het museum, zoals in elk archief, wel eens documenten verkeerd worden opgeborgen en dus onzichtbaar worden. Beide in typescript overgeleverde dichtbundels van De Bruyn waren het lijdend voorwerp van een dergelijke vergissing. Gelukkig is zo'n betreurenswaardige toestand meestal maar tijdelijk. Zo ook hier.
E.B. de Bruyn is pas op latere leeftijd gaan publiceren. Om die reden zijn beide destijds (en nog steeds) ongepubliceerde bundels in 1972 geplaatst in een archiefdoos niet-letterkundigen, die bij de verhuizing van het museum van de Juffrouw Idastraat naar de Prins Willem-Alexanderhof op een verkeerde plaats in het depot is terechtgekomen. Bij de voorbereidingen voor een door de groeiende collectie noodzakelijke aanpassing van het depot is deze doos onlangs boven water gekomen.
In de doos bevonden zich de doorslagen van twee typescripten van E.B. de Bruyn: Antiquiteiten. Gedichten uit de nalatenschap van wijlen Karel Eduard van Reym tot Maet, dat gedichten uit de periode 1923-1955 bevat, en Vergeelde bladen. Gedichten (onder het pseudoniem E.B. van IJpelaar) met gedichten uit de jaren 1923-1945. Gedichten uit beide bundels heeft De Bruyn in 1971-1972 in enkele gevallen herzien.
Beide typescripten zijn inmiddels op de studiezaal van het Letterkundig Museum opvraagbaar (signatuur B.9284 H.1).
Sjoerd van Faassen
Letterkundig Museum