Toespraak bij de uitreiking van de Henriette Roland Holst-prijs aan Wim de Bie
Goede schrijvers smeden zelf woorden, de taal is hen te klein. De Bie is een goed schrijver: de titel van zijn vandaag bekroonde bundel bestaat dan ook uit een nieuw woord: Schoftentuig.
Met dit neologisme verwijst hij, zoals het juryrapport zegt, naar het ‘gezelschap dat de verpauperde zonderling, De Rochebrune, naar het leven staat’. Tuig zonder meer was kennelijk voor de schrijver niet sterk genoeg om er deze ergerlijke mensensoort mee aan te duiden. Hij had iets zwaarders nodig. In taalkundig opzicht is schoftentuig een tautologische samenstelling, beide leden hebben dezelfde betekenis, net zoals nooddruft tweemaal nood betekent en meekrap tweemaal mede. De groep die het op De Rochebrune gemunt heeft, bestaat dus uit dubbele schoften of uit dubbel tuig.
Overigens zijn beide woorden van milde oorsprong. Schoft is ontstaan uit het woord schavuit en dat is, vier eeuwen geleden, de naam voor de ‘nachtuil’, wellicht zo geheten omdat de roep van de vogel ongeveer klinkt als ‘schuvuut’. Maar waarom zou een onschuldig beest als de nachtuil de naamgever zijn van zoiets schuldigs als een schoft? In het begin van de zeventiende eeuw is schoft het scheldwoord voor arme edellieden, roofridders die, net als de uil, het daglicht schuwen.
Ook onschuldig is de komaf van tuig. Het is verwant aan het Duitse ziehen, en de oorspronkelijke betekenis is ‘trekgereedschap’, later werd dat beperkt tot ‘gereedschap’ en nog later kreeg het een positieve zin: sieraad, zondagse kleren.
Enige eeuwen geleden zou schoftentuig dus betekend hebben: de zondagse kleren van de edellieden.
Maar in de zeventiende eeuw was nog voor een andere schrijver de taal te nauw, voor Bredero. Hij lanceerde tuig in de betekenis ‘bocht’ of ‘rommel’ en in die van ‘onbeschaafd volk’, ‘gepeupel’. Ik citeer hem: ‘Siet daar dat vuyle tuygh de Tanden t'samen duwen, Wt vrees dat sy van spyt haar Galle souden spuwen.’
Is het woord tuig in die negatieve betekenis geijkt door de zeventiende-eeuwer Bredero, het tuig in het kwadraat, het schoftentuig zal onverbrekelijk verbonden blijven aan de twintigste-eeuwer Wim de Bie.
Ik wens hem van harte geluk met de Henriette Roland Holst-prijs, die ik hem hierbij symbolisch overhandig.
dr. H. Heestermans