Offer Huygens noch in woond'
Tekening: Openbare Werken Voorburg, afdeling Plantsoenen
Constanter werd er nooit gegraven
bij Voorburgs verre Vliet
sinds Huygens Hofwijck koos als haven,
als rustplaats, lustoord, wat al niet.
Een grasveld zagen wij verkeren
in modderpoelen, meters diep,
waar hanen pronkten met hun veren,
weet niemand, wat hij daar nu ziet.
Maar dat zal spoedig duidelijk zijn, want de afdeling Plantsoenen van Openbare Werken der gemeente Voorburg heeft in de loop van dit jaar de laatste hand gelegd aan de herinrichting van de tuin van het Huygensmuseum Hofwijck. Een herinrichting, die in nauwe relatie staat tot - beschouwd kan worden als een onderdeel van - de reconstructie van een omvangrijk gebied in de onmiddellijke omgeving van Hofwijck, nodig geworden door de bouw van het nieuwe station van Voorburg. Jarenlang hebben onder meer de Nederlandse Spoorwegen, Rijkswaterstaat en de gemeente Voorburg met elkaar zitten bakkeleien over de plannen voor dit gebied en des te groter kan nu de voldoening zijn, dat na het totstandkomen van een voor Voorburg alleszins redelijk compromis, de verwezenlijking daarvan aanstaande is.
Ik laat het totale plan rusten en beperk mij tot de tuin van Hofwijck. Zoals op bijgaande tekening is aangegeven, zijn de ontwerpers uitgegaan van een hoofdas, waaraan het ontwerp voor het gehele gebied in de omgeving van het station als het ware is opgehangen. Een en ander op basis van de oorspronkelijke uitgangspunten uit de tijd van Huygens. Het zal duidelijk zijn, dat een totale reconstructie niet mogelijk is, omdat de oude tuin van Hofwijck te zeer is doorsneden door wegen en de verhoogde spoorbaan voor de treinverbinding Den Haag-Utrecht. Gelukkig kon evenwel tussen de Vliet en het Voorburgse Westeinde toch nog een oppervlakte van 185 bij 70 tot 120 meter beschikbaar blijven.
Een dominerend element in het geheel vormen de waterpartijen, met als het meest in het oog lopende deel daarvan de lange vijver van omstreeks 90 bij 12 meter,
recht tegenover het voorplein van het buitenhuis. Aan beide zijden daarvan zijn moeraseiken geplant, langs het toegangspad voorbij het poortgebouwtje en rondom het voorplein komen kleinbladige linden en naast de drie vierkante vlakken is de bestaande rij beuken aangevuld met enkele nieuwe exemplaren. Nu reeds trekken de drie dakplatanen in het centrum van deze vlakken de bijzondere aandacht. Lage beplanting met buxus, lavendel, maagdepalm en dergelijke vormen de afsluiting van deze centra, waarvan er vanzelfsprekend een zal worden ingericht als kruidentuin.