warmte, het aantrekken van een warmere trui, de beroezing aan wijn, het schrijven van een gedicht en wat al niet. Soms heeft men het koud - heb ik ergens geschreven - en dan zoekt men het warmer te hebben. In de grond is het zo simpel als dat.
Vraag blijft de graadbepaling, in hoeverre die oneindige omhelzing gerealiseerd kan worden. Ik placht de absolute geliefde vaak te poneren in de gedaante van het Vleermeisje, de weliswaar elk isolement opheffende, maar dan ook onbereikbare geliefde. Daarmee is het antwoord eigenlijk al gegeven, want absoluutheid en bereikbaarheid verhouden zich nu eenmaal in omgekeerde evenredigheid: hoe meer iets bereikbaar wordt, hoe minder het immers zijn absoluut karakter behoudt.
Hoe dan ook, op de keper beschouwd, zou het falen in het schrijven van het absolute gedicht (of in welk ander absoluut doel ook) repercussies van vergelijkbare grootte moeten hebben, nl. de absolute eenzaamheid, die niets anders is dan een overwinning van de dood die op zijn manier de onmetelijke omhelzing gestalte geeft: in een ten enenmale uitgeschakelde tijd, in een volledige amnesie.
En toch, en toch! Toch loopt het meestal niet zo'n vaart. Het dichterschap van de jonge Jaromil wordt door Milan Kundera zonder onmiddellijk pejoratieve connotaties gekarakteriseerd als behorend tot een bepaald soort onvolwassenheid. Zijn verheven streven wordt door de volwassen massa die in lachen uitbarst als pathos ervaren. Het heet immers dat de wereld van de volwassenheid de relativiteit kent, weet ‘dat het absolute bedrog is’, een oneerlijke, want onbestaanbare ruilhandel, en beseft dat er slechts een verschil in standing is, maar geen essentieel verschil tussen verhevenheid en ridikuliteit. Jaromil, de verhevene, of Jaromil de Star-fucker, de schimmenneuker: alleen de appreciatie varieert.
Mij dunkt dat er in deze wereld nauwelijks een dichter is die enigszins om zijn eigen lijfsbehoud verlegen zit, die niet in mindere of meerdere mate het kompromis met de relativiteit van de volwassen wereld aangaat, vanuit het besef dat het koorddansen op de melkweg niet leefbaar is en dat het daar verdomd veel tocht. Eén van de manieren waarop ik dat relativiteitsbesef heb ingekalkuleerd in mijn poëzie is de ironie, een naar mijn smaak typisch volwassen korrektie en een