De onmogelijke romantiek
Jean Ristat: ‘Als ik mezelf als romanticus voorstel, gebeurt dat ook bij wijze van provocatie. Natuurlijk kan deze romantiek niet zijn wat zij een eeuw of anderhalve eeuw geleden geweest is.’ (Digraphe 16, oktober 1978).
W. Martin Lüdke: ‘1. Grote delen van de huidige Duitse literatuur vertonen duidelijke parallellen met de Duitse vroeg-romantiek.
2. Zulke parallellen geven toch slechts een vertekend beeld, want
- de historisch-maatschappelijke voorwaarden zijn ondertussen ingrijpend gewijzigd, en
- deze veranderingen betreffen precies het wezen van de kategorieën waarvan in zo'n vergelijking gebruik moet gemaakt worden (ik, subject, innerlijkheid, natuur...).
3. Het overgeleverde geschiedenisbegrip zelf is problematisch geworden. De geschiedenis, thans zonder perspectief, zonder (positieve) toekomstverwachting, garandeert geen voorafgaand betekenisverband meer, waaraan de literatuur zou kunnen participeren’. (Merkur 389, 34/10, oktober 1980).
Wim A.L. Beeren: ‘Wat mij ergeren kan, is de Duitse ontdekking dat men hoort bij de wouden en de romantiek, dat men zijn wortels heeft in de Duitse cultuur en niet in het internationalisme dat na de nederlaag van 1945 de beeldende kunst in Duitsland heeft bepaald. Ik heb geen behoefte aan de referenties van een Duits gymnasiast die ontdekt dat hij bij Hölderlin en Wagner hoort en niet bij John Cage. De aard van die mededelingen bekoort mij niet.’ (De Volkskrant, 22 januari 1982).
Etienne Barilier: ‘Kan men vandaag nog romantisch zijn? Zeer zeker niet... Vanaf het begin van deze eeuw is de romantische problematiek voorzien van het thema van de onmogelijke vereniging van ik en wereld, subject en wezen. Een van de termen, namelijk het subject, heeft zijn consistentie verloren... Om te overleven wordt de roman referentieel... Soms wordt het thema van de onmogelijke romantiek rechtstreeks ten tonele gevoerd door de huidige romanciers... zo bijvoorbeeld door de Oostenrijker Thomas Bernhard... In de schilderkunst is de referentie aan het verloren subject alomtegenwoordig bij een Picasso of een Francis Bacon... In de muziek werd het romantische subject gevormd en weergegeven door een tonale structuur, waaraan de gevoelens vasthaakten... Op haar beurt kan de moderne muziek, waarin de tonale structuren verlaten werden, zijn romantiek slechts in de vorm van referenties uiten (nostalgisch bij Berg, parodistisch bij een Kagel bijvoorbeeld).’ (Romantisme, ‘Les Actes du Colloque de Sonnenwil 1979’, 1980).