Medewerkers aan dit nummer
Annie van den Oever (geb. 30 april 1957) studeert Nederlandse taal- en letterkunde in Nijmegen, sinds 1975. Verhaaldebuut in Chrysallis 2, met Een groene appel. Najaar 1981 verschijnt een verhalenbundel, waarin haar tweede verhaal, het hier gepubliceerde Dashboard Fantasieën, ook wordt opgenomen.
Nic van Bruggen, zie rubriek ‘Medewerkers’ NVT jaargang 32, nummer 5/6.
Willy Spillebeen (Westrozebeke, 30 december 1932), leraar algemene vakken t.o. te Menen; redacteur Dietsche Warande en Belfort; medewerker met proza-, poëzie- en kritische bijdragen over Noord- en Zuid-Nederlandse dichters aan de meeste Vlaamse Literaire tijdschriften; publiceerde: poëziebundels: De spiraal (1959), Naar dieper water (1962), Groei-Pijn (1966), Gedichten 1959-1973 - Een teken van leven (1974), Ontwerp van een landschap (1977); Woorden in de stroom (1978); romans: De maanvis (1966), De krabben (1967), De sfinks op de belt (1969), Steen des aanstoots (1971), Drie x drempelvrees (1974), De vossejacht (1977), Herinneringen aan de toekomst (1979), Het goede doel van het geweld (1980); essays: Emmanuel Looten, de Franse Vlaming (1963), Jos de Haes (1966), Een zevengesternte (1969), Hubert van Herreweghen (1973), André Demedts (1974), De geboorte van het stenen kindje, een thematische analyse van het scheppend werk van Martinus Nijhoff (1977), Jan Hendrik Leopold (1978), Ida Gerhardt (1981); vertalingen: Chien Blanc-Blanke Hond van Romain Gary, El Perro - De hond van A. Vazquez - Figueroa, Twintig gedichten van Pablo Neruda (1978), Gitano Romancero en Divan del Tamarit van Federico Garcia Lorca (1979).
Bert Popelier (Passendale 1945) landbouwkundig ingenieur, licentiaat in de ontwikkelingssamenwerking. Was 5 jaar als ingenieur werkzaam, o.a. ruim 3 jaar in Zaïre. Wijdt zich thans uitsluitend aan de literatuur. Vertaalde Façade van E. Sitwell en Iphigenia in Tauris van J.W. Goethe (1980). Publiceerde verder De hofnar spreekt (1978) en Minne mijn, met een Franse vertaling van Freddy De Vree (1980). In mei 1981 verschijnt een bundel gedichten, waaronder de cyclus ‘De rede tegen’ die geschreven werd voor en gelezen op De derde en laatste nacht van de poëzie.
Michel Dupuis (1944) doceert Nederlandse taal en letterkunde aan de Brusselse Universiteit (U.L.B.) en aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth te Waterloo. Hij promoveerde in 1973 tot doctor in de Letteren en Wijsbegeerte met een proefschrift over Willem Frederik Hermans (Eenheid en versplintering van het ik, Hasselt 1976). Was een tijdlang redakteur van het tijdschrift Impuls. Publiceerde verder een aantal monografieën en talrijke tijdschriftartikelen over literatuurwetenschap en moderne Nederlandse Literatuur. Schreef ook bijdragen voor o.m. deel X van de Geschiedenis van de Letterkunde der Nederlanden (Antwerpen 1980) en Avant-gardes littéraires au XXe siècle (2 dl., Parijs-Boedapest 1980).
Paul Koeck (geb. 1940, Boom) schrijft romans, waaronder Het plantenoffensief (prijs provincie Antwerpen), Irish Mist (L.-P. Boonprijs), De celbezoeker (Dirk Martensprijs), toneelstukken, waaronder Poging tot vestiging van een nieuw wereldrekord, De paniekzaaier (prijs stad Brussel), en scenario's voor televisie en lange speelfilms waaronder De onweersvogel en Hellegat.
Alstein, zie rubriek ‘Medewerkers’ NVT jaargang 32, nummer 3. In 1981 verschijnt de novelle Een dag in de lente; in voorbereiding: Het vertrek naar Amerika.