Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 33
(1980)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 301]
| |
Politiek
| |
2. Meer dan 66%Beide veronderstellingen lijken me bruikbaar. Ze sluiten elkaar niet uit. De bestaande traditionele linkse organisaties richten zich tot de arbeidersklasse. Nu is het begrip arbeidersklasse wel niet meer zo duidelijk als in de 19e eeuw, maar steunend op algemeen bekende cijfers kan men redelijkerwijze aannemen dat toch zeker 66% van de bevolking in loondienst werkt zonder daarbij een leidinggevende functie te vervullen. Topambtenaren en hogere kaderleden of managers zijn inderdaad ook in loondienst maar door de verantwoordelijkheid die ze dragen in dit systeem en de status die ze erdoor verwerven, kan men hen niet zomaar dadelijk tot de arbeidersklasse rekenen. Zo er misschien geen proletarisering in de absolute zin van dit woord is gebeurd, mag toch worden gezegd dat die 66% of tweederde van de bevolking ondergeschikt is, er niet aan te pas komt, buiten de besluitvorming wordt gehouden. Daar moeten de potentiële linksen te vinden zijn. Zij immers hebben belang bij een fundamentele wijziging van het maatschappelijk bestel. Of ze ook links zijn is een andere kwestie. In elk geval is er slechts 30% die bewust - laten we het hopen - een keuze maakt voor wat met veel goede wil een project van maatschappijverandering kan worden genoemd. Geen enkele organisatie die zich rekent tot de arbeidersbeweging is er dus is geslaagd die resterende 36% aan te trekken. Dit is duidelijk en ook letterlijk een gebrek aan aantrekkingskracht. De andere hypothese is dat er misschien wel zoveel linksen zijn maar dat ze hun vertrouwen aan andere bewegingen schenken. Ook dat zou wel eens kunnen kloppen. Heel wat Christelijke arbeiders die helemaal niet gelukkig zijn met het bestaande bestel voelen geen enkele behoef- | |
[pagina 302]
| |
te om zich te engageren in een van de traditionele linkse bewegingen. Waarom zouden ze? Waarom het ene pragmatisme ruilen voor het andere? Waarom overstappen naar één van de sectaire en ondoeltreffende linkse beweginkjes? | |
3. Op zoek naar de linkerzijde...Toch zijn er de laatste jaren veel pogingen ondernomen om die linksen en potentiële linksen aan te spreken. De opgave was niet eenvoudig. Het kwam er op aan een beweging te creëren waarin alle linksen zich konden thuis voelen én tevens moest die beweging een ideologie meekrijgen waarin alle linksen zich konden herkennen. Dat veronderstelt een soort politieke marketing, een politieke zoektocht naar links in Vlaanderen en in België. Waar is de linkerzijde in België? Is er nog wel een linkerzijde in België? Wat verstaat men precies onder het begrip linkerzijde? Geen gemakkelijk te beantwoorden vragen. Daarom moet men niet al te lichtvaardig oordelen over de verschillende pogingen die tot op heden werden ondernomen om de linkerzijde onder één dak te krijgen. | |
4. ...Los van de BSP...Zo zijn er de pogingen geweest om los van de BSP, iets totaal nieuws te beginnen. Een soort nieuwe arbeidersbeweging, die op min of meer lange termijn de taak van de falende BSP zou overnemen. Arbeiderspartijen in opbouw, zoals de RAL en AMADA zichzelf noemden. Het Trotskisme is wel niet ontstaan als reactie tegen de sociaal-democratie, maar de krachten die in België het Trotskisme bezielen zijn grotendeels gevoed met ontgoocheling en frustraties ten aanzien van de BSP. Met alle respect voor de inzet en het creatieve ideologische werk van de Belgische Trotskisten, toch geloof ik niet dat hun beweging, na bijna 20 jaar, enig perspectief biedt om nog ooit die linkse massabeweging te worden. AMADA dat zich nu PvdA-België noemt is moeilijker te situeren. Deze beweging is ontstaan in een milieu waar men lange tijd geen linksen vermoedde, namelijk de Leuvense Universiteit. Ze heeft een belangrijk deel van haar energie besteed aan het bestrijden van andere splintergroepen. Toch beweerde AMADA op te treden in naam van de hele arbeidersklasse, richtte ze zich tot de bevolking met de ambities van een massabeweging en koesterde geruime tijd de illusie van een gewapende volksopstand. Ondanks de enkele sporadische hoewel zeer reële successen op plaatselijk vlak is het nu toch wel duidelijk dat de PvdA-België al evenmin in aanmerking komt voor die grote opvangstructuur van al wat links is in België.
De KPB heeft zich blijkbaar zelf al lang neergelegd bij haar onvermogen om ooit nog eens de arbeidersklasse te kunnen groeperen. De laatste tijd bestaat haar politiek er in als een vlieg op het juk van de os te zitten om die tot meer werkkracht aan te sporen. De BSP heeft zich van dat gebrom nooit iets aangetrokken. De KPB heeft nooit waar kunnen maken waarin de Italiaanse en Franse KP gedeeltelijk wel gelukt zijn. Dit is zonder enig leedvermaak gezegd. Het is gewoon een nuchtere constatatie. | |
5. De BSP...Blijft de BSP. Studies zoals die van Evalenko of Dewachter wijzen uit dat de BSP in hoofdzaak arbeiders uit de hiervoor aangehaalde ‘66%-groep’ aantrekt. ‘De meerderheid van het BSP-kiezerskorps in Vlaanderen rekent zich tot de arbeidersklasse, maar de meerderheid van die arbeidersklasse stemt voor de | |
[pagina 303]
| |
andere partijen, in hoofdzaak de CVP...’ schrijft Wilfried DewachterGa naar eind(1) . Alweer die verborgen potentiële linksen die de bewegingen die zich uitgesproken tot hen richten negeren. Zelfs in haar beste tijd is de BSP er nooit in geslaagd meer dan de helft van de arbeidersklasse aan te spreken laat staan te groeperen. In 1961 haalde de BSP in Vlaanderen bijna 30%, zoveel als in 1925, haar beste jaar. Vandaag haalt ze nauwelijks 21%. Of nu aan deze langzame achteruitgang een einde is gekomen, is verre van duidelijk. De BSP slaagt er dus ook niet in de linkerzijde in ons land te groeperen. Maar ook binnen de BSP zijn er pogingen geweest om hieraan wat te doen. | |
6. ...tracht zich te hernieuwenSinds 1958 poogt een tendens die zich uit in het weekblad ‘Links’ binnen de BSP een beweging op gang te brengen die twee oogmerken nastreeft. Eerst wil ze de BSP bewegen tot een radikalere, meer linkse politiek, meer in overeenstemming met de doeleinden en de ideologie die men traditioneel van een socialistische partij mag verwachten. In de tweede plaats wil die linkse strekking een brug slaan naar de linksen die niet in de BSP aanwezig zijn. Men dacht hoofdzakelijk aan de Christelijke arbeiders om de eenvoudige redenen dat de meeste niet-BSP stemmende arbeiders Christenen zijn. Toch zijn de mensen van Links nooit afkerig geweest van contacten en politieke actie met andere linkse bewegingen die zich op de arbeidersstrijd beriepen zoals RAL en KPB en zelfs met AMADA hoewel de contacten daar heel wat stroever verlopen vanwege de dikwijls zeer paradoxale AMADA-standpunten en de nogal wispelturige ideologie van die beweging. Het is niet zo eenvoudig om na te gaan wat nu precies de actie van ‘Links’ heeft opgebracht. De mensen van ‘Links’ beweren dat zij een belangrijk aandeel hebben gehad in al wat sinds 20 jaar in de BSP in beweging is gekomen. In elk geval zijn er binnen de BSP meerdere malen belangrijke pogingen ondernomen om op zoek te gaan naar die verscholen, ondergedoken linksen. De oproep van Collard, het ideologisch congres van 1976, de ‘operatie-Van Miert’, het manifest Doorbraak en de recente statutenherziening kunnen niet los worden gezien van het voortdurende werk van de mensen van ‘Links’. Het zijn in geen geval geïsoleerde pogingen geweest. Men moet ze in tegendeel zien, zelfs met hun mislukking of hun mager succes, als een cumulatieve reeks, als een traag proces tot omvorming van een gescleroseerde BSP tot een partij die aansluiting zoekt tot die verborgen linkerzijde. Of ze er uiteindelijk zal in lukken is verre van zeker. Maar er zijn redenen genoeg om te geloven dat RAL, AMADA-PvdAB of de KPB hierin ook niet zijn gelukt en zo gezien geen enkel perspectief bieden om ooit te lukken. Dat speelt ook een rol als men wil oordelen over wat binnen de BSP en met de BSP aan gang is. Het zijn alleszins politieke gebeurtenissen met een onmiskenbare historische betekenis. Ze zullen ofwel hebben bijgedragen tot de moeilijke geboorte van een verenigde linkerzijde die eindelijk efficiënt kan optreden of ze zullen leiden tot de overtuiging dat de linkerzijde in Vlaanderen en in België niet in beweging is te krijgen, dat ze misschien toch niet bestaat. | |
7. Ideologische onduidelijkheidAl wat hierboven werd gezegd heeft voornamelijk betrekking op het oprichten van structuren om die verborgen linkerzijde op te vangen, haar onderdak te bieden. Hoe komt dat het resultaat zo | |
[pagina 304]
| |
mager is? Wat missen die structuren dat de linkerzijde er niet op afkomt? Er moet ook eens worden onderzocht hoe het met de ideologie van die bewegingen zit. Dit aspect was al enigszins aanwezig toen ik het had over de oproep van Collard, het ideologisch congres en de operatie Doorbraak waarmee de BSP haar structuren probeerde aantrekkelijk te maken voor een bredere linkerzijde. Het zou echter wel eens kunnen dat het linkse publiek, de potentiële linksen niet worden aangesproken door de traditionele georganiseerde linkerzijde omdat zij baadt in ideologische onduidelijkheid, om niet te zeggen dat ze ideologisch verdacht is. Men weet inderdaad niet goed wat men aan die linkerzijde heeft. Weliswaar is er het traditionele linkse woordgebruik. Men citeert Marx. Men heeft het over de arbeidersstrijd. Men rekent op het klassebewustzijn. Het kapitalisme wordt aangeduid als de vijand. De sociale verworvenheden worden opgeborgen in heilige huisjes. De gemeenschapscontrole op de economie werd een toverformule. Maar waarom het Marxisme herschrijven zoals Mandel doet, de solidariteit met de volkeren van de Derde Wereld verkondigen zoals AMADA doet, het Eurocommunisme als een nieuwe maagdelijkheid voorstellen als men die waarheden enkel in het eigen kleine kringetje kan uitdragen? En het volstaat niet de machtigste arbeidersorganisatie te zijn zoals de BSP en het ABVV en te kunnen terugblikken op een prestigieus palmares, getooid te zijn met het aureool van de arbeidersstrijd en de socialistische traditie als de krijgers moe zijn en de helden gestorven zijn. Alom heersen sectarisme, dogmatisme, zelfs incoherentie wat betreft AMADA en onzekerheid bij de KPB. De BSP draagt het odium van opportunisme en medeplichtigheid en de vakbeweging is niet vrij van corporatisme en groepsegoïsme. Daarvoor laat links Vlaanderen zijn gereserveerdheid niet varen. | |
8. OnmachtDaarbij komt dat men aan de linkerzijde moeite heeft met de huidige sociaal-economische realiteit. De arbeidersklasse is niet meer revolutionair. Ze heeft geen ‘gezonde klassereflex’ meer. Het kapitalisme is volop in krisis maar het is verre van bewezen dat het aan de vooravond van zijn ondergang staat. En het Marxisme heeft daar erg veel last mee. Met de tot in den treure toe herhaalde sociaal-democratische recepten is al evenmin wat aan te vangen. De BSP-technokraten zijn overigens al lang overtuigd dat dit systeem slechts kan overleven middels loonmatiging en opvoering van de kapitalistische vrijemarktefficiëncy. Aan fundamentele wijziging van het systeem denken ze niet eens meer. Ze geloven er gewoon niet meer in. Waaruit bestaat dus deze gevestigde linkerzijde in ons land? Enerzijds uit machteloze groepjes die dreigen verstrikt te geraken in hun onaangepaste slogans en zich bezatten aan een geïdealiseerde voorstelling van een in werkelijkheid gecorrompeerde arbeidersklasse. Anderzijds uit een uitgebluste massabeweging die niet handelt in overeenstemming met wat ze proclameert, die duidelijk niet meer gelooft in haar ideologie. | |
9. Het socialisme opnieuw uitvindenNergens is er een coherent project waarin men gelooft. Iedereen oppert maar wat vaagheden en clichés. En niet alleen in België zijn de linkse ideologische vernieuwers schaars. Het socialisme moet nog altijd worden uitgevonden beweert de Italiaanse communist Radicen2. | |
[pagina 305]
| |
Jacques Attali en André GorzGa naar eind(3) pleiten voor het niet meer verhandelbaar maken van de menselijke verhoudingen: ‘... en limitant le champ des rapports marchands... Innover hors du profit, créer des différences hors de l'argent, échanger hors de la monnaie...’ zo drukt Attali het uit in Le Monde van 1 maart 1980. Zowel Attali als Gorz zien heil in decentralisatie, kleinschaligheid omdat die de menselijke verhoudingen overzichtelijk maken, omdat ze hierdoor worden onttrokken aan oncontroleerbare beslissingsmolochs van politiek en industrie, omdat hierdoor de inspraak terug voor 100% echt wordt en niet formalistisch zoals vandaag maar al te dikwijls het geval is.Ga naar eind(4) Er is behoefte aan een ideologie die aan dit soort nieuwe (?) menselijke verhoudingen zin geeft. Dat blijkt zeer duidelijk uit de argumentatie die aan de basis ligt van de akties rond kernenergie, atoomraketten, milieubehoud, gezondheidszorg, woonproblematiek, enz. Zo er al linksen in Vlaanderen bestaan en men ze wil bereiken, volstaat het dus niet het doorgelegen bed van de structuren wat op te schudden met nieuwe BSP-statuten (hoe belangrijk die ook zijn) en er de schone lakens van de operatie Doorbraak op te leggen (hoe interessant die ook is). Het volstaat ook niet gelijk te hebben in het eigen kringetje. Er moet gewerkt worden aan een nieuwe ideologie. En dat is geen zaak van de gelukkige of briljante inspiratie van één man, zeker niet van een nieuwe Marxistische heiland. Die ideologie moet worden geboren uit het moeizaam denkwerk van velen die steunen op hun bittere ervaringen van militant in RAL, AMADA, KPB, BSP, ABVV, ACV, milieugroeperingen, antifascistische fronten, aktiecomités, vrouwenbewegingen, enz.
koen dille |
|