empirie de ‘onmisbare voedingsbodem’ noemt, zoals Mooij terecht doet, dan is die onafhankelijkheid vanzelfsprekend relatief. Dat relatieve geldt trouwens ook voor de literatuur; dit wordt wel duidelijk uit de voorbeelden die ik heb gegeven: sprekende dieren, heks in een deurklopper, wandelend bos, enz., waar enerzijds de ‘band met de empirie’ ontbreekt [e.e.a. is empirisch onmogelijk] en anderzijds toch aanwezig is [selectie van werkelijkheidselementen]. Van een verabsolutering van de ontstaanswijze van literatuur lijkt me dan ook geen sprake.
Op twee punten, door Mooij genoemd, zou uitvoeriger moeten worden ingegaan, doch daarvoor was [en is hier] geen ruimte. 1. De vraag is - en dit zou eens doorgesproken moeten worden - of er buiten de wetenschap, algemeen en tevens toegespitst op de literatuur: in het domein van de z.g. naïeve ervaring, intersubjectiviteit mogelijk is. 2. Dromen, hoe subjectief ook door ons ervaren, zijn ook gebonden aan de empirie. Dit wordt alleen al bewezen door het feit dat een blindgeborene geen visuele dromen heeft, de later blindgeworden mens echter wèl. Voor dit vraagstuk kan ik hier slechts verwijzen naar de referaten van het Internationaler versorgungsmedizinischer Kongress, Bonn 1967, gewijd aan de psychische, somatische en psychosomatische gevolgen van de blindheid [p. 20 e.v.].
Het was zeker niet mijn verwachting het gehele vraagstuk in ‘één slag te beslechten’ en ik deel geheel en al Mooij's behoefte aan ‘een begrippenapparaat dat juist het onderzoeken en constateren van gradaties toelaat’. Bovendien: dat ook Mooij uitgaat van het principe zoals ik dat heb geformuleerd [selecteren van werkelijkheidselementen]; dat ook hij, anders dan Weisgerber, het probleem als een werkelijk- en niet als een schijnprobleem ziet, en dat in de 3 punten, waarin hij de literatuur zelf beziet, niets staat dat in strijd geacht kan worden met de door mij meermalen gebruikte formulering - ‘op enigerleiwijze voortkomt uit, gebaseerd is op, 's mensen ervaring met het empirische’ en ‘in deze zin’ mimetisch - geeft mij wel