2. hoe halen ze het in hun hersens om de sociale positie van de auteur in Nederland te laten onderzoeken door een marketing-deskundige. Twee vragen die je, eveneens voor het lezen van het rapport, met je klompen aan kunt beantwoorden. De antwoorden dekken elkaar uitstekend, en worden door het rapport keurig bevestigd.
Maakt C.R.M. zich druk om de sociale positie van de auteur in Nederland? Het valt nauwelijks aan te nemen. Binnen een regering die zich niet druk maakt om de sociale positie van wie dan ook, behalve van de ondernemers, zal C.R.M, zich niet druk maken om de sociale positie van de auteur. Maar ja, je bent nu eenmaal C.R.M., dus je zult minstens de schijn op moeten houden. Wat doe je dan, als je de indruk wilt wekken je druk met het probleem bezig te houden? Juist, je laat een rapport samenstellen.
Een ‘discussiestuk’. Dr. J. Hulsker, ‘Direkteur-Generaal voor Culturele zaken van C.R.M.’, die het rapport inleidt, zegt dan ook prompt: ‘Het rapport is nu in studie op het departement; het heeft daarmee echter zijn functie nog niet ten volle vervuld. Het lijkt mij juist en nuttig, dat het rapport onderwerp van discussie zal worden in een zo wijd mogelijke kring van belanghebbenden en belangstellenden. Hiertoe beveel ik het van harte aan’.
De truc is zo langzamerhand overbekend. Er ligt een probleem, iedereen kent de oorzaken, iedereen kent ook de oplossing. Die oplossing ligt in voor de hand liggende maatregelen. Maar die maatregelen worden door de regering natuurlijk niet genomen; dus neemt de regering een schijnmaatregel: een onderzoek. Dat zo'n onderzoek niet meer zal zijn dan het nog eens wetenschappelijk vastleggen van dingen die we allang weten, ligt voor de hand. Rijnmond-bewoners kunnen daarvan meepraten. Het stinkt daar. Niet naar stront, zoals bij jullie in Brugge, maar naar chemicaliën. Een soort synthetische stront. Er is geen wetenschappelijk onderzoek voor nodig om dat vast te stellen! Er moeten maatregelen genomen worden. Je zou dus verwachten dat de industrie verplicht wordt ervoor te zorgen dat het niet zo stinkt. Wat doet de regering? Ze zet zogenaamde ‘snuffelpalen’ neer, apparaten die met een keurig rood streepje aangeven wanneer het te erg wordt. Het is overigens helemaal niet erg hoor, want volgens onze briljante minister van Volksgezondheid, de heer Stuyt, gaan astmapatiënten er niet dood aan, dus... Maar toch, de regering neemt een maatregel! Het stinkt er inmiddels heviger dan ooit, maar dat kan de regering niet helpen, ze hebben er al alles aan gedaan nietwaar!
Zit ik weer bij de regering, hoe zou dat toch komen?
Het rapport van Van der Zwan is zo'n snuffelpaal: het toont exact aan wat we allang wisten. ‘De litteratuur is in een impasse’ is dan ook de eerste zin van het rapport. Met ‘litteratuur’ bedoelt hij dan zo iets als ‘de positie van de litteratuur’, maar ja, hij is marketing-expert, en voor dat soort lieden is praten over de verkoopbaarheid van een produkt hetzelfde als praten over het produkt, dus wat wil je. Men zegt immers ook: met de tabak gaat het niet zo best, etc.
Van der Zwan doet echter meer, en daarin verschilt hij van de snuffelpaal: hij wijst oorzaken aan, en suggereert oplossingen. Wat de oorzaken betreft: daar kleunt ie nogal eens mis, vooral natuurlijk omdat hij die oorzaken vrijwel allemaal in het economische vlak zoekt, d.w.z. in de bekende ‘kostenstijgingen’,