voornaamste vormen van literatuur zelfs absoluut onmogelijk zouden zijn: het gesproken woord en de beeldtaal kunnen die niet vervangen. Het geschreven woord verliest een deel van zijn domein aan andere media, maar voor nuancering, differentiëring, dieptewerking, bewustwording in z'n meer aktieve vorm heb je het geschreven woord nodig: dat is het harde restant dat overblijft. Persoonlijk geloof ik dat het de moeite waard is om dit te behouden, alleen moet je er wel moeite voor doen.
P.d.W. Je hele werk getuigt o.m. van je verzet tegen irrationeel en emotioneel denken. Zie je daar een bijzonder groot gevaar in voor onze tijd?
S.P. Wel in irrationeel, niet in emotioneel denken. Denken is bijna altijd min of meer emotioneel, deze twee dingen vormen geen tegenstelling; er is geen emotie die niet ondersteund wordt door gedachten, op een paar heel primaire na als honger, angst, drift, enz. In irrationeel denken en reageren zie ik wel een groot gevaar, niet alleen voor onze tijd, het is het altijd geweest. Het misverstand is ontstaan doordat rationaliteit ten onrechte geassocieerd wordt met gevoelloosheid, droog intellektualisme, enz.
De hele menselijke historie door is een hoop ellende uit dit irrationele denken en handelen voortgekomen (: oorlogen, geloofsvervolgingen, racisme, vormen van fascisme, ongefundeerde gevoelens van meerwaarde, enz.). Pas wanneer rationeel denken voor het menselijke dier tot een tweede, of eerste natuur is geworden - en dat zie ik er tot de eerstvolgende mutatie nog niet in zitten -, pas dan zouden we ons een romantisch verlangen naar wat meer irrationalisme kunnen permitteren. Maar voorlopig zitten we nog zo vol met irrationalismen dat we beter het omgekeerde kunnen verlangen.
P.d.W. De samenhang tussen literatuur en politiek is je in de laatste jaren steeds sterker gaan bezighouden. O.m. je laatste roman De sirkelbewoners getuigt daarvan. Hoe zie je deze samenhang waarover vandaag de dag zoveel - en vaak ook emotioneel! - gepraat en geschreven wordt, vooral in Nederland?
S.P. De samenhang tussen literatuur en politiek? Er is geen andere samenhang dan de relatie die gelegd wordt, impliciet of expliciet. Die relatie kan duidelijk worden uit het onderwerp, de aard van de materie, maar ook uit de wijze waarop die materie gehanteerd wordt, de taalbehandeling, het kritische gebruik van overgeleverde vormen, enzovoort. Waarbij ik meteen wel wil opmerken dat wie het uitsluitend op het kritische gebruik van vormen gooit voor mij weinig overtuigend is (: ook fascisten en konservatieven als Pound en Eliot waren grote vormvernieuwers, maar hun mentaliteit was fout). Ik kan me geen maatschappelijk geïnteresseerd schrijver voorstellen in wiens werk niet iets méér maatschappij-betrokkenheid doorklinkt dan in zijn stellingname tegenover vorm- en taalkwesties alleen. Omgekeerd verwacht ik ook dat wie kritisch staat tegenover de maatschappij tevens kritisch is t.a.v. de literaire vormen en de taal die hij gebruikt.
P.d.W. Bestaat voor bepaalde schrijvers van literaire betekenis niet het gevaar dat zij aan die drukkende eis van het engagement ten onder gaan? Ik denk hier b.v. aan een schrijver als L.P. Boon die heel nadrukkelijk het bestaansrecht van het ‘afwijkende individu’ ook in de literatuur en kunst blijft opeisen.
S.P. Ik heb nog niemand bij ons door de drukkende eis waarover